Half full of half empty?

Toen ik hier pas was wandelde ik een keertje door een veld en een bos via een weggetje naar beneden. Ik kwam bij een kruising waar twee mensen stonden. Een man en een vrouw. De vrouw glimlachte breed en kwam met uitgestoken hand en een langgerekt ‘Helllooo’ op me af. Nu wist ik dat de mensen in Wales best aardig zijn, maar dit was uitzonderlijk. Normaliter gaan ze niet iedereen die ze tegenkomen een hand geven, hoe afgelegen ze ook wonen. Ze stelden zich voor als Margaret en Mark, en vertelden dat ze net 3 dagen geleden daar waren komen wonen. Ze stonden voor hun huis genaamd the Valleys.
Ben, de hond, heeft een zielige jeugd gehad en is angstig voor bepaalde mannen, blijkbaar was Mark er eentje van want Ben begon te blaffen en hield niet op, wat ik ook zei. Mark, bijna twee meter, was een vriendelijke lange dunne man met een bril met jampot glazen. Hij ging naar binnen en Ben stopte het geblaf. Margaret vertelde dat ze uit de Cotswolds hiernaar toe waren verhuisd en dat ze nog wat keren heen en weer moesten voor de laatste spullen.
Ik zei dat ik de Cotswolds ook aardig goed kende. Het stel bleek jarenlang in Cirencester te hebben gewoond, een gezellig plaatsje waar de welgestelde tak van het Engels landleven zich graag ophoudt. Daarna zei ik dat ik hen veel geluk wenste in hun fantastische nieuwe huis, want het was precies boven op een heuvel gebouwd en had een splendid uitzicht over geweldige heuvels waaronder the Black Mountains bovendien had het een lieflijke tuin. Het was gewoon een droomhuis in mijn ogen. Margaret vroeg of ik in het huis een paar honderd meter verderop woonde. Al dra besefte ze dat ze zomaar een wildvreemde een hand had gegeven in plaats van haar ‘naaste’ buurvrouw, want ik vertelde dat ik huis en huisdieroppas was in Woodseaves een heel stuk verder lopen, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik vroeg de weg, zij legde uit, ik liep door en bemerkte na een half uur toen ik voor de auto van de postbode was gesprongen om de weg te vragen, dat ze me precies de verkeerde kant op had gestuurd. Hetgeen ik haar vervolgens niet kwalijk nam aangezien ze hier zoals gezegd net drie dagen woonde.
Ach ja mensen, het platteland van Wales. In het begin liep ik op goed geluk en nu, na 6 weken ken ik heg en steg.
Ik was sindsdien al heel wat keertjes langs the Valleys gekomen, maar nooit meer Mark en Margaret tegengekomen. Tot eergister. Ik kwam op mijn akkertje uit het bos naar benee. Ben keutelde gezellig voor me uit en ik zag een hark, een kruiwagen en een vrouw van rond de 55 met halflang grijs haar met paarse (!) handschoentjes aan. Margaret uitte het welbekende langgerekte ‘Hellloooo’. En voegde toe dat ze zo blij was me te zien omdat ze zich al een paar keer had afgevraagd hoe het met die huisoppas uit Nederland was die zo vriendelijk geweest was die ene keer dat we elkaar 10 minuten gesproken hadden.
Ik zei dat ik ook al vaak gedacht had aan het echtpaar. Ik zei: ‘Telkens als ik hier langs loop dan denk ik aan jullie en aan hoe blij ik ben voor jullie dat jullie op deze mooie plek mogen wonen in dit lovely house’. Margaret was een beetje confuus.
‘O zeg, ik schaam me gewoon een beetje.’
‘Hoezo dat?’ vroeg ik verbaasd.
‘Nou, eerlijk gezegd loop ik al een paar weken met een ontevreden gevoel omdat er geen schot zit in de voortgang met betrekking tot de werkzaamheden. Er moet namelijk een nieuwe riolering in en de aannemer komt maar steeds niet langs. Dus was ik eigenlijk een beetje negatief gestemd. En nu kom jij langs en zegt alleen maar mooie dingen..’
‘Tja, ik snap wel dat het vervelend is als je een nieuw huis hebt en je het wilt inrichten en dan moet wachten. Dat is ook niet leuk.’
‘Maar ik realiseer me nu, door jou, dat ik er eentje ben van het half lege glas in plaats van het halfvolle. Weet je, ik ben hier die berm aan het opruimen omdat ik zo gefrustreerd was. Ik ben zo blij dat jij langs loopt. Wil je soms een kopje thee?’
Ha! Wil een vis water? Wil een hond een bot? Wil een kind een snoepje? Natuurlijk wil een Martine thee! Margaret ging me voor naar het huis.
huisIk vond het een buitenkans om dit enige huis een keer van binnen te kunnen zien, dat was een van de andere redenen om ja te zeggen op haar tea aanbod. Aan de straatkant is een poort die uitkomt op een binnenplaats met kinderhoofdjes. Het huis heeft ramen met van die kleine ruitjes. Er zijn stallen aan de zijkant. De schutting is begroeid met klimop en clematis, er hangen vogelvoerbakjes in die druk bezocht worden door mezen en dergelijke. Het ziet er tijdloos en gezellig en geweldig uit.
Afijn, wij gingen eerst even de tuin bekijken. Margaret wist van een heel aantal planten en bomen de namen en liet me alles zien, ondertussen hield ze de hond in de gaten. Ik merkte op dat Margaret nogal van de ‘controle-niet-verliezerige’ was. Ik zei dat Ben als een schaduw achter me aan liep en ze geen zorgen hoefde te hebben (not to worry). Die opmerking had geen enkel effect op Margaret.
We gingen naar binnen, wandelschoenen uit, want die zaten onder de kluiten modder, ik kwam ten slotte net uit het bos. Margaret vond het niet erg als Ben mee naar binnen ging. Ik hield mijn poot stijf.
‘Nee’, zei ik, ‘hij moet in het voorpoortaaltje blijven want hij heeft prutpoten en jij hebt vloerbedekking.’
‘Maar dat is toch zielig en ik heb wel een handdoek.’ Het was overduidelijk dat Margaret niet aan huisdieren gewend was. Ik zei dat Ben geen stap over de drempel mocht van mij. Dus hij bleef op de mat liggen. Zielig kijken uiteraard, daar is hij goed in. Hij wil gewoon het liefst bij je. Ik gaf hem een koekje wat hij keurig liet liggen. Hij eet niet als hij zielig is.
Margaret gaf me een rondleiding door het huis. De steil is Edwardian. Het is echt een enig huis. Met luiken aan de binnenzijde van de ramen en open haarden. Er had een concertpianiste in gewoond die dol was op bloemen en overal was bloemenbehang maar het misstond niet. Margaret zei dat na de verbouwing het behang zou worden vervangen. Zo gingen we het hele huis door. Mark was ook thuis maar die zat in een aangebouwde annex voor een caravan die zij nu in gebruik hadden als kantoor. Hij zou daar blijven om de hond niet te storen (!). Had ik niet gevraagd, maar leek haar beter. In de slaapkamer stond het enige meubelstuk. Hun bed. Margaret trok snel het dekbed recht en verontschuldigde zich dat het niet was opgemaakt. Ik ging er niet op in. De Engelsen zijn vaak verontschuldigend en stijf. Het bed was in het midden opgehoogd met boeken. Dat maakte dat het schuin naar beneden afliep. Dit om het hoofdeinde hoger dan de voeten te maken. Ik zei niets maar Margaret legde ongevraagd uit.
‘Ja wel vreemd, maar Mark heeft last van het zure oprispingen als hij plat ligt, dus wij liggen al jaren schuin.’
‘Slaapt dat wel lekker voor jou dan?’
‘Tja ik ben er aan gewend.’
Ik had allang gezien dat Mark een pitta type was en het zuur is een van de symptomen van verhoogd pitta en kan best verholpen worden met onder andere het juiste voedsel.
Ik vond het echter beter om niet over Ayurveda te beginnen. Wel gaf ik even aan dat het zuur een verhoogde zuurgraad is die geneutraliseerd kan worden door het drinken van een glas water met een theelepel sodium bicarbonaat voor het naar bed gaan en bij het opstaan. Margaret keek beleefd en zette een kopje thee. Ze had geen koekjes anders at ze die allemaal op. Ze schonk de melk in de thee en we gingen naar hun kampement. Twee tuinstoelen met kampeertafeltje in de serre. ‘Tja, al onze meubels staan in de garage. We hebben ze opgeslagen tijdelijk.’
‘Ik vind dat een lege kamer wel iets heeft. Geen spullen, alleen ruimte. Ik houd wel van een Zen huis.’
Bij elke opmerking die ik maakte keek Margaret alsof ik het orakel van Delphi was. Het is best grappig om te zien dat wanneer twee totaal verschillende werelden elkaar raken, er dingen gebeuren. Margaret had zich gerealiseerd dat ze van het halflege glas was en dat ging ze onmiddellijk verdedigen. Ze vertelde dat toen zij 5 was en haar zusje 3, haar zusje eens gewond was geraakt doordat ze iets wat Margaret had gezegd te letterlijk nam. Ik realiseerde mij dat heel veel mensen zich continu verontschuldigen voor wie ze zijn en hoe ze zijn en uitleggen waardoor ze zo geworden zijn gevolgd door dat ze er niets aan kunnen doen. Wat niet waar is.
Margaret heeft geen kinderen, geen huisdieren. Alleen Mark. Mark kwam tevoorschijn. Twee meter lang met jampot glazen en een glimlach en het zuur. Ik gaf hem een hand. Hij stond buiten en kon er niet in. Want Ben lag in het halletje. Dus moest Mark door de keuken. Maar de sleutel was kwijt. Ik zei: kom gewoon door de serre naar binnen. Maar die deur zat ook op slot, ze waren er nog nooit door naar buiten geweest. Margaret vond de sleutel en Mark kon er in. Hij liet zijn schoenen buiten staan. Hij kwam omdat het tijd was voor de lunch, maar dat zei hij niet. Ik nam afscheid en bedankte Margaret hartelijk voor de thee. Ze had me haar hele leven in een notendop verteld, daar is hier geen ruimte voor. Ik ging naar Ben die met zijn neus tegen de kier van de deur aan lag. Koekje naast hem. Schoenen weer aan, Margaret een hand en tabee.
Terwijl ik terug liep realiseerde ik mij dat Margaret en Mark niet alleen wat van mij leren. Ik leer ook wat van hun. Over mezelf. Door de ontmoeting met hen leerde ik namelijk dat ik nog altijd vol zit met vooroordelen. Ik had bedacht dat ze barsten van het geld omdat ze jarenlang in de Cotswolds hadden gewoond. Maar Margaret zei dat ze jaren in een huurhuis hadden gewoond en nu toch graag een eigen huis wilden wat ze daar niet konden kopen. Ik had bedacht dat ze nu heerlijk in hun fantastische huis op de heuvel zaten. Ik had al voor me gezien hoe ze heerlijk een haardvuur aan hadden. Maar ze zaten op tuinstoelen en sliepen in een schuin bed en waren bezorgd om al het werk wat er nog aan het huis gedaan moest worden. Ze wilden namelijk iefie en aafie veranderen en laten verbouwen. Ik realiseerde mij dat het een heel goed plan is om erg blij te zijn voor andere mensen dat ze dingen kunnen hebben en ervan kunnen genieten. Dat wij ook heel erg kunnen genieten van hun geluk en dat we iets niet hoeven te bezitten om ervan te genieten. Ik realiseerde mij dat ik steeds vaker ben van het halfvolle glas.
Zorgeloos liep ik verder. Geen mot met de vorige eigenaar, geen last van gepieker over de verbouwing, geen zorgen over hoe nu verder als de riolering er straks uit ligt. Ik woon nu in een prachtige cottage. Het heeft alles er op en eraan. Zelfs een hond en een kat en vogeltjes in de tuin. En straks komen de eigenaren terug en dan is alles weer van hen. Geen zorgen, geen verplichtingen. De lente in de lucht en ik weer verder in vogelvlucht. Mensen het leven is mooi.
Martine, tweede naam: Swiebertje.

Wales

Via een hiervoor speciaal bestemde website vond ik mensen die 2 maanden op vakantie naar hun dochter in Nieuw Zeeland wilden gaan. Ze hadden een hond en een kat en een huis en stonden niet te springen om de dieren naar een kennel te brengen. Aangezien de hond een zielig verleden had en ze hem goed verzorgd achter wilden laten, vroegen ze aan mensen en vrienden of zij ze niet in hun huis wilden. Niemand wilde dat. Toen hoorden ze via via van deze website en dachten: we proberen het gewoon. Ze zetten een advertentie en ik, elders, las hem en stuurde hen onmiddellijk een berichtje. Om kort te gaan, ze kozen mij en waren perplex over de snelheid waarmee zij iemand vonden en ik kon aan het gnuiven van de man merken dat hij ook zeer tevreden was over het feit dat hij zich nu een boel kosten aan kennels zou besparen. Want in de Zaanstreek geldt ‘ons ben zuunig’ maar dat geldt in Wales zeker ook.

2015-02 mfs_walesDus nu zit ik hier in Wales. Misschien bent u er ooit geweest. Of heeft u er ooit iets over gezien op tv. Of heeft u ooit plaatjes gezien van Mansukh Patel, dat was zo’n goeroe die een ashram in Wales was begonnen en ik weet nog dat ik hem jaren geleden op tv heb gezien, wandelend over de Welsche heuvels en dat ik dacht: Waaaaaat! Hoe kan het ergens op de wereld zoo mooi zijn?!! Toen wilde ik al naar Wales. Mansukh zijn ashram is inmiddels ter ziele, aangezien hij toch niet zo verlicht was dat hij zijn seksuele begeerte had bedwongen en er schijnen nogal wat schandalen te zijn geweest met betrekking tot deze goeroe. Maar dat doet niet ter zake voor mij aangezien ik toch nooit echt into Mansukh was en je in Wales echt geen ashram nodig hebt om de stilte te ontdekken.

Want mensen als het hier één ding is, dan is het stil. Wat een verademing. De cottage waar ik in zit is een droomhuis. Niet overdreven groot maar zeker niet klein. Vrijstaand op een kwartier rijden (in mijn tempo) van Hay on Wye, hét boekendorp van hét boekenfestival in de wereld. Jaa, ik was niet voor niets zo snel met het beantwoorden van deze mensen hun advertentie. De cottage staat met nog een paar huizen twee en een halve kilometer buiten een klein dorp met alleen een pub, een kruideniertje en een buurtkapper.

De eigenaars noemden het hier zelf ‘in the middle of nowhere’ dus moest ik een auto hebben, nou die had ik niet, wij zijn bescheiden luitjes en hebben welgeteld 1 auto’s, dus. Nou, zeiden zij, hoe ga je dan naar de winkels? Ik zei: lopend? Ik zag hem kijken en denken. Toen bood hij aan dat ik hun grote Nissan Xtrail (4 wiel aandrijving) mocht gebruiken omdat het niet doenlijk was zonder auto volgens hen. Hij zou zijn verzekering bellen en mijn naam er bij laten schrijven voor 2 maanden. Nou dat was mooi. Enige dingetje was dat ik niet zo erg graag in Engeland rijdt want je moet daar links en alles zit aan de andere kant in de auto, de versnelling en je spiegels. En de landweggetjes hier zijn zo smal en de autochtonen rijden als duivels in hun landrovers. Maar ik zit hier inmiddels 2 weken en rijdt al aardig als een duivelin myself, mag ik wel zeggen….

De hond en ik kunnen zo goed overweg met elkaar dat het net is alsof het mijn hond is. Het is zo een schat. Een Border collie, zo’n zwart witte schapen hond. We lopen wat af samen. Kilometers, of beter gezegd: mijlen ver. Dat vind ik hier in Engeland zo heerlijk, dat het land is ingericht voor wandelaars. Net als wij in Nederland zijn ingericht voor fietsers met al onze fietspaden en zo, heb je hier overal voetpaden (footpaths). En dan ga je door velden en weiden en bossen en kom je langs idyllische plekken met prachtige vergezichten. Ik heb hier uitzicht op de Black Mountains, vreemd woord want die
bergen zijn eigenlijk altijd groen, behalve nu want nu zijn ze met sneeuw bedekt.
Prachtig gewoon.

De kat en ik zijn ook al dik bevriend. Zij is zo’n schildpadkleurige, prachtig beest met het allerzachtste miauwtje dat je ooit gehoord hebt, eerlijk gezegd klinkt ze meer als een muis. Als ik ’s avonds de houtkachel aan heb dan ligt ze er pontificaal voor heerlijk te snorren in de warmte en dan is het zo knus hier.
Waarom doe ik dit eigenlijk vraagt u zich misschien af. Tja, ik heb een heel diep en sterk gevoel bij alles wat Engels is. Als ik hier naar toekom is het net alsof ik hier thuis ben. Ik neem aan dat dit te maken heeft met vorige levens dat ik hier ben geweest omdat ik totaal niet anders kan verklaren hoe ik zo een sterk gevoel kan hebben naar dit land toe. Ik zou hier eigenlijk dolgraag willen wonen, maar het punt is a) het is een duur land, en b) Erik zit liever in de zon. Dus de oplossing was: laat mij maar eens even proberen hoe het is om hier eigenlijk te wonen en wie niet rijk is moet slim zijn en nu zit ik dus in dit droomhuis met auto en al en de enige kosten die ik heb zijn de zaken voor de inwendige Martine en een beetje diesel. Dus dat is perfect. Bovendien heeft Erik een broer die al meer dan 30 jaar in Engeland woont en die recentelijk een huisje heeft aangeschaft in Wales, in Abergavenny (kent u dat liedje uit begin 60er jaren nog? ‘Taking a trip up to Abergavenny, hoping the weather is fine, if you should see a red dog running free, well, you’ ll know he’s mine’, zie link hieronder). Zo een heel vrolijk liedje is dat.
Afijn, Erik zou gaan laminaat leggen bij broerlief en bracht mij dus even naar Hay want dat is daar een uurtje vandaan. Ideaal.

Wat voor mij heel goed is hier (meerdere dingen) is die stilte. Het is iets waar ik naar verlangd heb. Toen ik hier met de eigenaars kwam kennis maken had hij de radio aan. Ik dacht gelijk: zodra hij weg is gaat dat ding uit. En hij liet mij zijn enorme muziek collectie zien op zijn computer. Hij gaf mij zijn wachtwoord voor de computer zodat ik lekker naar de muziek kon luisteren. Ik stelde zijn vriendelijkheid op prijs, maar ik heb hem nog niet aan gehad. Ik drink de stilte in alsof ik uitgedroogd ben van de dorst met enorme teugen en ik krijg er geen genoeg van. Als ik ’s avonds in bed lig dan luister ik naar de stilte en dan voel ik mij zo intens dankbaar. Dat kun je je niet voorstellen. Ik slaap al jaren lang met oordoppen omdat ik van het minste geringste geluid wakker wordt en hier heb ik die oordoppen helemaal niet nodig. Een wonder mensen!

Een ander goed ding voor mij is het ervaren om alleen te zijn. Ik heb natuurlijk die hond en kat, maar ik ken hier verder niemand en dat is voor mij ook heel prettig. De eigenaren hadden allerlei telefoonnummers achtergelaten zodat ik niet zou verkommeren in mijn eentje, maar ik kijk wel link uit. Ik vind het heerlijk om dit te ervaren. Heeft niets met Erik te maken, want hij is de ideale man, maar het leven in Koog aan de Zaan is uiteraard totaal anders. Ten eerste is er geen stilte, ten tweede ben ik daar nooit alleen en ten derde kun je daar natuurlijk niet in je eentje wandelen. Geen aanmerking op het land hoor, maar ja, het is klein en dus heb je geen alleen zijn om de hoek van de deur. Dat heb je hier wel. Hier moet je weer mijlen rijden als je naar een grote stad wil. Maar wat ontzettend goed uit komt is dat ik daar niet heen wil.

Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik heel blij ben met het internet, want als dat er niet zou zijn dan zou ik afgesloten zijn van de wereld en dat ben ik nu natuurlijk niet. Ik kan met mijn dochter in Londen chatten en met mijn man en zoon in Nederland en ik kan whatsappen en dergelijke dus echt oer-alleen ben ik niet.

Wat ik zoal doe? Nou ik loop veel met de hond, zeker 3 uur per dag. Verder schrijf en teken ik en lees ik en ik houd me bezig met Advaita Vedanta. Ik heb mooi de gelegenheid om te mediteren en om mij nog meer te verdiepen in de stilte. En natuurlijk ga ik naar Hay on Wye, alwaar meer dan 24 boekwinkels met tweede hands boeken zijn. Het paradijs op aarde voor de bibliofiel die ik ben. Er wonen totaal 1900 mensen en de plaats staat in de hele wereld bekend om zijn boekenfestival dat jaarlijks in mei plaats vindt. En daar zit ik nu lekker een kwartiertje vandaan.

En net zoals overal: er komen allerlei dingen via via op mijn pad. Zo kwam ik aan een naam Dokter Brian Weiss. Nooit van de hele man gehoord. Maar dat bleek een psychiater die zich al jaren bezig houdt met het doen van regressie therapie met mensen.
Daardoor komen zij in contact met vorige levens en lossen fysieke of mentale kwalen zich bij hen op. Zeer interessant. Het is een Amerikaan dus het is in het Engels, maar als je op Google Brian Weiss md zoekt dan klik je op zijn website en daar staat een gratis recessie sessie met hem op. Je komt dan op een website van Emega (zie link hieronder). Ik raad u aan om eens anderhalf uur uit te trekken om die geleide sessie te doen. Hij brengt je naar een herinnering uit je kindertijd, dan naar de baarmoeder, en dan naar een vorig leven. Zeer de moeite waard. En ik raad aan om te blijven luisteren want daarna leest hij een voorbeeld voor van een mevrouw die zo een bijzondere ervaring heeft gehad toen haar man was overleden. Die Dokter Weiss was vroeger een wetenschappelijke man die nergens in geloofde maar hij heeft in zijn carrière het bewijs van reïncarnatie gezien vandaar dat hij nu die regressies doet. Heel interessant!

Nou mensen volgende keer meer uit Wales.
Stille groeten van Martine

Dokter Brian Weiss, recessie sessie
Abergavenny

Verandering

Het was vijf januari rond half acht ’s avonds. En koud. We stapten in de auto en reden naar Mozamo alwaar zoals gewoonlijk de ledenvergadering van onze Vereniging voor Parapsychologie plaats zou vinden. Bij aankomst troffen we een groepje mensen dat buiten voor de deur stond te klappertanden. De deur bleek dicht. We konden er niet in.

Het gebouw was voorzien van nieuwe sloten door een aantal personen die zich afgescheiden hadden van het bestuur van de motorclub. Ik besloot in de warmte van de auto af te wachten en zocht verstrooiing door het oplossen van een puzzeltje. Na zo’n 20 minuten geharrewar bleek er geen verzoening mogelijk en werd haastig een andere locatie gevonden. Aldus vertrokken we naar het gebouwtje van de drumband op Zaandijk waar de vergadering alsnog doorgang kon vinden. Veel lof voor de mevrouw die ons daar opving: ze toverde in een mum van tijd een gezellig kleedje en zelfs een bloemetje op de tafels en om op te warmen kreeg iedereen koffie (dat de melk zuur was,
was jammer, maar ook grappig).

Ik vond het allemaal wel vermakelijk. De vereniging organiseert al 31 jaar lezingen van sprekers over diverse spirituele onderwerpen. Je zou dus denken dat er openheid voor vernieuwing zou zijn. Maar toen officieus aan de orde kwam dat onze vaste lokatie teveel op losse schroeven stond en we dit niet konden riskeren op een avond dat er zo’n 60 man zou komen, waardoor het dus verstandig zou zijn om een andere (vaste) lokatie te zoeken, werd bedenkelijk gekeken.

Dat zette mij aan het denken.
Waarom hebben mensen vaak zo een weerstand tegen verandering? Aan de ene kant is vastigheid vertrouwd, bekend en daardoor veilig. Maar is het aan de andere kant ook niet saai? Mensen houden van hun comfort zone. Alles wat bekend is geeft ons een bepaald overzicht en geeft ons een vals gevoel van controle. Alsof we ons leven en wat zich daarin aandient beter in de hand hebben als we in ons vertrouwde wereldje blijven opereren. Maar het leven is niet bedoeld om stil te staan. Leven is synoniem aan groei, aan beweging. Stilstand leidt tot verval.
Opnieuw beginnen is het tegenovergestelde van saai. Soms hoor je mensen een beetje weemoedig zeggen dat ze wel opnieuw zouden willen beginnen. Maar door de manier waarop zij het zeggen begrijp je al dat ze het voor onmogelijk houden. Wat ligt daar eigenlijk aan ten grondslag? Wanneer hebben wij geleerd dat we geen nieuwe richting in kunnen slaan? Het is alsof er een goede reden moet zijn wil men een nieuwe start overwegen. Met ‘goede’ voornemens wachten we vaak tot januari, alsof we dit alibi nodig hebben om iets nieuws of anders te gaan doen.

Onlangs was ik voor het eerst in Amerika. Ik had al van diverse mensen gehoord hoe fantastisch het er was en hoeveel er te zien is. Maar op de een of andere manier was het voor mij een ver ideaal, onbereikbaar, net als Japan. Eigenlijk bizar want ik ben al drie keer in India geweest. Maar goed, nu was ik dan in de USA na een vlucht van elf uur.
Ineens realiseerde ik mij: ik was er voorheen angstig voor geweest. Om daar alleen naar toe te gaan. Beïnvloed door allerlei Wild West verhalen. En nu reed ik daar in mijn huurautootje en bemerkte dat het niet eng was maar geweldig. En toen ik weer thuis was realiseerde ik mij dat de afgelopen vakantie zelf niet het meest fantastische was geweest, maar het feit dat ik mijn angst ervoor nu bewust was geworden. Beter nog: dat die angst nu verdwenen was. Daaruit begrijp ik, dat ik, die toch zeker een avontuurlijke geest heb, ook onbewuste angsten heb. Angsten die niet op eigen ervaring gestoeld zijn.
Angsten voor het onbekende die slechts opgelost kunnen worden door te handelen. Gewoon gaan, doen, ervaren. Angst je niet laten stoppen. Je kunt kijken naar de emotie angst en tegen jezelf zeggen: goh, apart, hier voel ik angst voor. Om vervolgens precies datgene te ondernemen waar je bang voor was. En dan het gevoel van voldoening, van opluchting, van ‘ha, wat een grap, was ik daar nu zo onzeker over’, en van puur enthousiasme. Dat gevoel van ‘Yes, ik leef!!’ is met geen pen te beschrijven.

Als ik zo naar de Vereniging kijk dan zie ik een vertrouwde club mensen die genoegen beleven aan de avonden. Er is interesse en er is saamhorigheid. Het is gemoedelijk en gezellig. Daarnaast zie ik dat het ledenaantal niet significant groeit en dat er vergrijzing optreedt.

Op zich natuurlijk geen enkel probleem, want er bestaan allerlei verenigingen en clubs voor jongeren, dus waarom ook geen club voor ouderen.

Maar… dat is niet per se de insteek van onze vereniging. De Vereniging voor Parapsychologie is niet bedoeld als senioren club, het is een vereniging voor iedereen.
Het zou niet verkeerd zijn als er een instroom van wat nieuw bloed bij de club kwam.
Ten eerste geeft dat vernieuwing in de contacten. Ten tweede is het goed dat er nieuwe leden bijkomen omdat we dan meer inkomsten hebben die we weer kunnen aanwenden om interessante sprekers uit te nodigen.

Misschien is het een idee om de vereniging én haar uitstraling wat te vernieuwen. Een beetje een makeover om het maar modern te verwoorden. Dus de website voorzien van een nieuwe uitstraling. Een pagina er op met beknopte verslagen van lezingen inclusief een paar foto’s ter verlevendiging. Een goede Facebook pagina die zal zorgen voor de broodnodige publiciteit. Dat zijn maar een paar ideetjes. Misschien hebben andere mensen er nog meer. Tijdens de vergadering wordt om input gevraagd, maar die is er amper. Het kan heel goed dat je op zo’ n moment even geen idee hebt, maar misschien achteraf wel. Dan is het alsnog fijn als u uw idee bij het bestuur meldt. Via de telefoon of via de contact pagina op de website.

Mensen, een vereniging is precies wat het woord zegt: het verenigen van mensen in een
club. Om een vereniging bloeiend en groeiend te houden is inzet en input nodig.

Martine Clausen, optimistisch.

Ongelofelijk mooi verhaal

Beste mensen,

anita moorjani

Anita Moorjani

Het is altijd weer leuk om voor de Pariodiek te schrijven. Ik ga ervoor zitten en bedenk dan wat ik met jullie wil delen. Omdat ik hoop dat jullie het interessant zullen vinden en omdat ik het een fascinerend onderwerp vind. De laatste tijd ging het over non-dualiteit,
Advaita. Aanstaand weekend ga ik naar een retraite met twee mensen die het Zelf gerealiseerd hebben.
Nu weet ik natuurlijk niet in hoeverre jullie, lezers, dit onderwerp interessant vinden, dus dacht ik: vandaag schrijf ik over een ander onderwerp waar ik ook zeer gefascineerd door ben, hoewel ik denk dat deze onderwerpen elkaar toch raken. Dat denk ik in elk geval wel. Maar weet je wat, ik laat het aan jullie over om daar over te oordelen.

Een tijdje geleden kwam ik aan een boek over BDE.
‘O jee, Bijna dood ervaringen, nee toch, daar weten we ook alles al van’ – is dat nu jouw reactie lezer? Dan wil ik je zeggen: ga hier maar even voor zitten, want dit heb je nog nooit gehoord (tenzij je toevallig dit boek kent) en het is een zeer bijzonder verhaal. Het
gaat over een vrouw die een vriendin had die aan kanker leed. Ze was in de veertig. De vrouw vond het vreselijk dat haar vriendin zo ziek was en zocht haar zoveel mogelijk op. Ze was eigenlijk heel erg bang dat zij zelf ook kanker zou krijgen. Dat was een van haar grootste angsten. En wat gebeurde? Inderdaad, zij kreeg ook kanker. Haar vriendin overleed en ze was er op het laatst niet bij omdat het voor haar te confronterend was. Zij zelf had nu lymfeklierkanker die was begonnen met een knobbel in haar nek. Ze werd steeds zieker en zieker. Moest alle behandelingen ondergaan en kreeg allerlei bijverschijnselen, van de medicatie, de bestraling en de chemo. Het ging steeds slechter met haar. Op een dag dacht ze: dit voelt allemaal niet goed. Ik ga het anders aanpakken.
En dus vertrok ze naar een Ashram in India alwaar ze Yoga en mediatie deed en een speciaal Ayurvedisch dieet volgde. Ze knapte zienderogen op. Het was heerlijk. Maar ja, na een maand of 7 dacht ze bij zichzelf: ik zal toch weer naar huis moeten, want ik
wil weer bij mijn man zijn. Dus vertrok ze weer naar Hong Kong waar ze woonde. Ze ging voor controle naar het ziekenhuis. Iedereen enthousiast over haar conditie alleen waren de artsen zo negatief: zo zo mevrouw, dat is fijn voor u. We hopen dat het zich
voortzet, maar de prognose is… Dus al heel snel ging het weer bergafwaarts en nu werd ze steeds zwakker. Ze zat in een rolstoel, ze had beademing en ze had grote open wonden op haar lichaam en ze kon niet meer zelf eten. Kortom een drama en aflopende zaak. Op een dag toen ze weer thuis was na in het ziekenhuis gelegen te hebben, ging het zo slecht met haar dat ze met gillende ambulance naar het ziekenhuis teruggebracht moest worden alwaar de artsen constateerden dat ze in coma was geraakt. De artsen zeiden tegen haar man dat hij snel de familie moest bellen omdat ze de volgende ochtend niet zou halen. Ze ging sterven. Haar ouders werden gebeld, haar broer moest
uit India het eerste beste vliegtuig halen om haar nog levend te kunnen zien ook al lag ze in coma. Kortom het was nagenoeg afgelopen.

Maar wat gebeurt er? Ze krijgt op de valreep een BDE. Ze ziet de artsen en haar familie om haar bed staan, ze ziet haar broer in het vliegtuig stappen met zijn vrouw, ze ziet haar man met een arts een gesprek voeren in een kamer aan het einde van de gang. En ze hoort alles wat er gezegd wordt. Dan ineens is ze op een plaats waar het ongelofelijk mooi en warm en liefdevol is. Een veld van zulk een onvoorwaardelijke liefde als ze nog nooit eerder ervaren heeft. Ineens ziet ze haar vader naar haar toekomen, die enige jaren eerder was overleden, en ze ziet haar nog niet zo lang geleden overleden vriendin.
Ze krijgt van hen allerlei informatie. Haar vriendin zegt haar dat ze het haar niet kwalijk neemt dat ze er op het laatste niet bij was geweest omdat ze haar angst begreep. Ze ervaart alleen maar liefde van beiden. De communicatie gaat van hart tot hart en is niet
zoals hier op aarde met woorden. Zij voelt zich in dit domein van liefde volledig thuis. Totaal geaccepteerd voor wie zij is. Ze heeft zich nooit eerder gerealiseerd dat er een veld van liefde is dat ons totaal omarmt. Dat ons nooit veroordeeld, dat ons neemt zoals
wij zijn en van ons houdt. Ze ziet ineens in dat zij zich altijd in allerlei bochten heeft gewrongen om andere mensen te behagen, om maar te zorgen dat ze er bij hoorde, dat ze deed wat anderen van haar verwachten om maar goed genoeg gevonden te worden.

En nu ineens voelt ze dat ze een fantastisch wezen is, goed zoals ze is. Met haar vader had ze voorheen een lastige band, maar nu is er alleen maar liefde en begrip. Ze is in een veld van liefdesbewustzijn en van puur bewustzijn beland. En ze wil nooit meer terug. Ze bemerkt dat als zij haar aandacht ergens op richt, ze daar onmiddellijk is. Alles wordt haar duidelijk.

Maar haar vader en vriendin maken haar duidelijk dat ze terug moet naar de aarde omdat haar taak er nog niet op zit. Eerst sputtert ze tegen maar dan geeft ze toe, omdat ze voelt dat ze dit allemaal aan haar man, die haar grote liefde is wil vertellen. Dus floept ze terug in haar lichaam en wordt wakker. Grote consternatie in dat ziekenhuis want dit is nog nooit vertoond en wat volgt al helemaal niet, omdat binnen een paar dagen al haar wonden genezen. Doktoren verrichten allerlei scans en onderzoeken en wat blijkt: er zijn nul kankercellen meer actief. Alle gezwellen (en ze zat vol met tumoren zo groot als sinaasappels) verdwenen als sneeuw voor de zon. Ze verklaarde dat ze honger had en wilde de sondes uit haar lichaam en de beademing eraf. De artsen waren perplex.

Anita Moorjani, want zo heet ze, verklaarde dat ze begreep dat ze genezen was. De reden dat de kanker weg was legt ze als volgt uit. Nu mijn geest begreep dat er alleen maar liefde is en ik ook alleen maar liefde ben, nu mijn geest doorzag dat ik niet hier op aarde ben om het anderen naar de zin te maken. Dat ik hier niet ben om maar een beetje liefde en goedkeuring van anderen te krijgen en mij daarvoor in allerlei bochten moet wringen. Dat er van ons gehouden wordt op een manier die wij ons niet voor kunnen stellen. Mijn hele kanker was nu overbodig. Ik kon van mezelf houden. Ik heb de kanker nodig gehad om de BDE te krijgen en zo deze informatie.

Het fantastische aan het geval Anita Moorjani is dat artsen bij spontane remissie van kanker altijd iets zeggen als: dan hebben we zeker foto’s van een ander met die van jou verwisseld. Maar in dit geval konden ze dat echt niet zeggen omdat ze haar al meer dan 4 jaar op de voet volgden en een computer vol met dossier Moorjani hadden, foto’s incluis. En nu was ineens die kanker weg.

Anita geeft inmiddels lezingen over haar ervaringen omdat zij ons wil vertellen dat we niet eerst ziek hoeven worden om ons te realiseren dat we liefde zijn en er van ons gehouden wordt. Zij wil haar verhaal delen om ons te doen inzien dat we in een wereld leven die zich focust op de negatieve dingen in plaats van op de positieve. Zo zegt ze: kijk eens naar alle collectes voor ziekten en zeerten. ‘Pas op dat je zus niet eet want dan kun je kanker krijgen. Pas op dat je zo niet doet want dan… ’ We worden permanent bang gemaakt en gehouden en de farmaceutische industrie vaart er wel bij. Anita zegt: als we al dat geld eens zouden gebruiken voor welzijnsbewustzijn ipv ziektebewustzijn.

Goed punt vind je niet?
Vijf belangrijke dingen die Anita ons vertelt, die zij heeft geleerd, zijn:

  1. Er is alleen maar liefde. We moeten eerst van onszelf leren houden want als jij niet van jezelf houdt, hoe kun je dan van een ander houden en een ander van jou? Dus houd zoveel van jezelf dat je overstroomt van liefde naar anderen.
  2. Je hoeft geen angst te hebben. We zijn bang voor alles en er wordt ons angst aangepraat, maar het is niet nodig. Laat al je angsten wegvloeien en leef je leven vol enthousiasme.
  3. We zijn met zijn allen veel te serieus. Kijk naar kleine kinderen, zij zijn een bron van vreugde en hebben geen angst. Ze lachen en giechelen en kijken vol verwondering naar alles. Wij moeten weer lachen en humor hebben.
  4. Zie het leven als een cadeau. Zelfs de nare dingen die we meemaken zijn een cadeau, want als alles van een leien dakje gaat hoeven we niet te kijken en te groeien. We moeten inzien dat hetgeen wij als obstakels op onze weg zien, in feite juist het tegenovergestelde zijn: een gelegenheid om te groeien en over onszelf en ons gedrag na te denken.
  5. Wees jezelf. Wees niet iemand die anderen wil behagen om een schouderklop. Geef jezelf de schouderklop en realiseer je dat er niemand is zoals jij. Een uniek wezen. Dat mogen we ten volle zijn en we hoeven ons niet aan te passen. Zo van ik zing maar niet want dat vindt Pietje onaangenaam. Zing, lach, huil, enzo en bewonder, dat zong Ramses Shaffi al. En hij had groot gelijk.

Het boek van Anita Moorjani heet: Ik moest sterven om mezelf te worden. Je kunt haar ook op internet vinden. Ik raad de video interviews op haar website aan. Ze spreekt Engels.

www.anitamoorjani.com

Liefs, lieve mensen, van Martine

Advaita -3

spira

Rupert Spira

Beste mensen,
Inmiddels ben ik naar Rupert Spira geweest. De bijeenkomst was in een klein zaaltje, het Quakers huis, in Hampstead, Londen. Er waren hooguit 70 mensen. Dat was fijn want dat creëert een intieme sfeer, net als wij hebben tijdens de verenigingsavonden. Grappig detail: ik zat op de derde rij en een paar stoelen verder ging een mevrouw zitten. Ze had een folder in haar hand waar iemand naast haar naar keek. Wie stond er op die folder? Inderdaad Amma. De mevrouw zei: dat is mijn goeroe. Ik antwoordde: de mijne ook… In elk geval een teken dat Amma bij ons was. Maar goed, Rupert kwam binnen. En het werd stil in de zaal. De energie die je dan voelt in zo’n zaal kan ik alleen maar omschrijven als een soort veld. Alsof er een veld van stilte indaalt, of misschien is het beter om te zeggen, op komt. Alsof het naar voren komt. Want het was er natuurlijk al, alleen was het op de achtergrond. Hetzelfde veld had ik voorheen ook bij Eckhart Tolle ervaren, maar dan in een zaal met duizend mensen. De heer Spira is een nette Engelsman. Eigenlijk ziet hij er nogal Frans uit want hij heeft bruin krullerig haar en bruine ogen. Een bescheiden, zachtaardige man. Met een onnadrukkelijke maar open manier van doen. Hij kijkt met een vragende open blik om zich heen en gaat steeds weer even naar binnen in zijn stilte alvorens hij een antwoord geeft op vragen. Hij zat voor het publiek op een stoel, niet op een podium en keek eerst de zaal rond, keek iedereen even aan, sloot zijn ogen, vijf minuten stilte en begon toen te spreken. Dat duurde een kwartiertje en de rest van de tijd (anderhalf uur) mocht men vragen stellen en gaf hij antwoord. Het is onmogelijk om alles te vertellen maar hier volgt een klein deel van zijn stelling:

“Het is belangrijk dat wij alle aannames die wij niet uit directe eigen ervaring hebben meegemaakt terzijde schuiven. Dit soort aannames bevinden zich in onze geest en hebben daarom niets met ons zelf of de wereld te maken. Als we ons alleen maar bezig houden met onze eigen ervaringen, dan zullen we verbaasd staan te bemerken hoeveel van deze aannames en vooroordelen in feite niet meer dan overtuigingen zijn die we niet hard kunnen maken.  Alle ervaringen spelen zich in het hier en nu af, dat wil zeggen dat de aard van de Realiteit, zich in de intimiteit en de onmiddellijkheid van deze huidige ervaring moet bevinden.”

— met andere woorden, althans zo leg ik het uit: Wij mensen leven in een wereld van Dualiteit waarin alles uit tegenstellingen bestaat. Dag – nacht, goed – kwaad etc. We ervaren deze wereld via de 5 zintuigen. Die zijn een beperkt medium waar wij het mee moeten doen. Beperkt in vergelijking met bijvoorbeeld dieren: een hond ruikt meer dan wij, een adelaar ziet meer dan wij enzovoort. Dus dat houdt in dat de Realiteit van het universum, de ware aard van deze Realiteit door ons kan worden ervaren middels het instrument dat we hebben: ons lichaam met zintuigen, hart en denkhoofd. Dus wat zegt Spira hierboven: de ware aard van de Realiteit, en niet ons alledaagse leven waarin we niet stil staan bij wie we nu eigenlijk zijn en waar we nu eigenlijk deel van uitmaken, nee, de grondslag van het universum, de ware aard van de Realiteit bevindt zich pal voor onze neus, hier, nu, in deze ervaring. Of je nu een kop thee drinkt, de krant leest, de kat voert of dit stukje leest. Tijdens deze ervaring is het Veld van Bewustzijn, waarin wij leven, waaruit wij bestaan, logischerwijs direct aanwezig. —

“Ik, Puur Bewustzijn, is aanwezig en iets zoals, woorden, geluiden, een gevoel, zijn ook aanwezig. Puur Bewustzijn en het Bestaan, het Leven, zijn aanwezig in deze huidige ervaring, dus wat is de relatie tussen deze? Dat is de vraag. En die vraag beantwoorden we niet door een proces dat zich in ons denkhoofd afspeelt, dus niet door er over na te denken, net zo min als de blauwe lucht gecreëerd wordt door een gat in de wolken (want die blauwe lucht was er al, de wolken dreven er slechts voorbij).”

— met bovenstaande bedoelt Spira dat we er over na kunnen denken tot we een ons wegen, maar dat we het pas echt snappen als het kwartje valt.   Iemand stelde de volgende vraag: ‘Ook al begrijp ik wat u zegt en kan ik ook de stilte goed ervaren, heb ik toch de ervaring dat ik in dit lichaam en in dit hoofd zit. Kunt u hier iets over zeggen?’

Spira: “Ik zal je een voorbeeld geven. Jij heet John en je woont in Londen. Je ligt in bed en je droomt in je slaap. Tijdens de droom ben je in Amsterdam en staat op de Dam. Voor het gemak geven we je even een naam om het onderscheid tussen de wakkere John en de slapende John te maken dus jij die slaapt noemen we Rob. Je ziet dus de Dam vanuit jij in je slaap, te weten vanuit Rob. Ineens zie je een bekende, Tim, die op het Rokin loopt en je wilt naar hem toe. Tim ziet de Dam vanuit een heel ander perspectief dan jij, vanuit zijn eigen ogen. Jij ziet het vanuit de ogen van Rob. Dan wordt je wakker en je realiseert je dat dit niet meer dan een droom was.  Het zit dus zo: Puur Bewustzijn heeft een vorm aangenomen, een menselijke gedaante: John. Vanuit die vorm kan John de wereld zien, maar dat gebeurt alleen vanuit dat gelokaliseerde perspectief. Met andere woorden: jij ziet wat je kunt zien via jouw twee ogen. Maar er is nog een ander perspectief, dat wij mensen kunnen ervaren. En dat kun je gaan waarnemen op het moment dat je beseft dat de wereld die jij ziet met je twee zintuig-ogen, ook een droom is.”

Ik snapte wat hij bedoelde. In feite is het precies wat ik van Deepak Chopra heb geleerd. Er zijn verschillende niveaus van bewustzijn. Te weten:

  1. Diepe slaap, dan ben je nog steeds bewust want als iemand je roept wordt je wakker.
  2. Droomslaap zoals hierboven beschreven.
  3. Waken, we zijn wakker en beleven onze dag.
  4. Alpha niveau, het niveau waarop we ons bewust worden van onze ziel, dit kun je ervaren in de stilte van de natuur, de stilte bij een verlicht iemand zoals Tolle, Spira of Amma, of tijdens diepe meditatie. Hier kunnen we al synchroniciteit gaan ervaren.
  5. Kosmisch bewustzijn, als de hersengolven van alpha naar theta golven zijn gegaan. Hier wordt onze intuïtie sterker, worden we ons bewust van gelokaliseerde en non- gelokaliseerde velden van intelligentie en worden we creatiever en hebben meer inzichten.
  6. Goddelijk bewustzijn, dit is het niveau na theta, namelijk Delta hersengolven, een niveau van natuurlijke telepathie waarop we ons met alles verbonden voelen.
  7. Eenheidsbewustzijn, oftewel Verlichting, het niveau waarop de waarnemer en het waargenomen een worden en de wereld een verlengstuk van ons gehele wezen wordt. In deze staat transcenderen we het leven en de dood en ervaren wonder na wonder aangezien onze pijnappelklier en hypofyse nu optimaal werken, dwz. hun volle potentieel benutten.

Dus dan komt natuurlijk de hamvraag. Hoe kom je daar? Volgens Rupert Spira is het zo dat we onze ervaringen niet te hoeven sturen. We hoeven dus niet in een klooster te  gaan zitten navelstaren tot we op een dag verlicht zijn. We hoeven alleen maar onze aandacht op ons ware ik te richten. Spira stelt voor: je focus van je ervaringen terugtrekken. Op een zachtaardige manier je aandacht naar binnen richten in plaats van naar buiten. Dus stel je bent aan het afwassen. Dan niet alleen maar op je kopjes en bordjes letten, maar jezelf tegelijk de vraag stellen:  Wie is de Ik die deze ervaring beleeft?  Boeiend, boeiend, boeiend. Ik lust er wel pap van. Ik hoop nog vaak naar Spira terug te kunnen, hij komt ook wel eens naar Nederland trouwens.

Nou mensen, volgens mij is dit stukje af.
Volgende Pariodiek weer verder.
Succes met naar binnen keren, Martine

Advaita -2

(vervolg van vorige Pariodiek)

Nou mensen, van niemand bericht gekregen. Dus blijkbaar waren er geen Gerealiseerden die mij wilden verlichten. Geeft niets, ik zoek net zo makkelijk voort.
Overigens even een kleine rectificatie. Vorige keer noemde ik Tony Buzan. Erg grappige vergissing natuurlijk, Tony Buzan is die man van Mind-mapping en Snel-lezen. Ik bedoelde uiteraard Tony Parsons. Die Parsons is degene die radicaal is en in mijn ogen annoying (irritant).
Maar goed, nog altijd in het duister tastend hopend de lichtschakelaar te vinden, kwam ik op een site met heel veel interviews met Verlichten. Grotendeels Nederlanders nota bene, maar ook een stel buitenlanders hoor.
Maar het grappige was dat ik daar tussen al die fotootjes, een bekende zag. Namelijk JanKees Vergouw. Die zit nota bene hier op Haaldersbroek. Een aantal jaar geleden was ik bij hem naar yoga les geweest. En nu stond hij ook tussen de Verlichten. Dus ik hem beluisterd. Hij klonk precies als tijdens de yoga les. Hij geeft ook satsangs en daar kun je heen en hem van alles vragen. Zie www.jankeesvergouw.nl.

Wat mij is opgevallen in wat de meesten zeggen over die omschakeling die leidt tot het Eenheidsbewustzijn, is dat je er niet naar toe kunt werken. Je kunt niet iets doen om het te bereiken. Je kunt je (zoals ik) een ongeluk lezen, maar het zal de zaak absoluut niet bespoedigen. Je kunt je (zoals ik) urenlang in meditatie terug trekken. Heerlijk en goed voor je, maar het versnelt niet je gang naar verlichting.
Eckhart Tolle stelt voor dat je in plaats van je op je gedachten te focussen, je jezelf richt op de lege ruimte tussen je gedachten. Als je bijvoorbeeld naar een prachtige zonsondergang staat te kijken, dan kan het wel eens zo zijn dat je vergeet te denken. Die stilte, daarvan kun je je bewust worden en dan kun je in die stilte een bepaalde aanwezigheid ervaren. Niet dat er iemand staat of zo, maar dat je je bewust wordt van het feit dat je iets ervaart. En dat de ‘je’ niet jij, die persoon met die naam, is, maar iets groters en ondefinieerbaars.
Als die stilte en gedachteloosheid toch eens besmettelijk waren. Dan kon je gewoon bij een meester gaan zitten die het op je overdroeg. Er zijn er wel hoor in India. Ik las van ene vrouw uit Texas die zich Gangaji laat noemen, zij had via Papaji verlichting gekregen en geeft nu lezingen. Maar dat is maar weinigen gegeven.
Nu wil het geval dat ik zelf een bijzondere ervaring heb gehad. Er zijn maar twee helaasen aan verbonden: de eerste helaas: ik realiseerde het mij pas achteraf, en de tweede helaas: het duurde minder dan een minuut. Maar eerlijk is eerlijk: ik ben er dankbaar voor en ik weet ook dat het te herhalen is.

mothermeeraWaar en hoe dat dan was? Nou dat ga ik nu vertellen.
Het was bij Mother Meera. Het is niet omdat je een goeroe hebt, dat je dan niet meer naar andere mensen mag gaan luisteren. Al jarenlang wilde ik een keertje naar Mother Meera, want ik had gehoord dat de darshan bij haar in totale stilte plaats vindt. Dat spreekt mij heel erg aan. Waarschijnlijk omdat ik gestoord wordt van het gekakel in mijn gedachtenwereld. Maar het was er nog altijd niet van gekomen. En toen ik Amma als goeroe had gekregen dacht ik dat het afvalligheid was als ik naar Mother Meera zou gaan, tot ik dit jaar vanuit de Amma beweging in Nederland een mailing kreeg dat Mother Meera naar Nederland kwam en dat we dus voor darshan bij haar konden gaan. Toen dacht ik: hee dan is het zeker toch geen afvalligheid, dus ik schreef ons in. (Erik en Bob (zoonlief van 19) en ik).
Wij dus naar Voorschoten, want daar was het. We hadden een bepaalde tijd uitgekozen, 10 uur, omdat Mother een aantal keer die dag darshan zou geven en er in de zaal ruimte was voor 300 mensen. Je mocht dus gaan zitten en het wachten was op Mother. Om 10 uur kwam ze binnen lopen. Kleine Indiase vrouw, iedereen stond op, dus eerst zag ik haar niet lopen, gekleed in prachtige sari. Ze ging het podium op alwaar ze op een stoel ging zitten. Het was doodstil in de zaal. Vanaf het moment dat zij binnen kwam werd er geen woord meer gesproken. De mensen gingen per rij in het middenpad zitten op hun knieën. Drie mensen die voor darshan gingen hadden een plaats op het podium. Zodra Mother begon, ging de eerste naar haar toe. Zij legde haar handen op bepaalde punten op het hoofd van de persoon, liet haar handen daar even liggen. Haalde haar handen weg, waarna de persoon naar Moeder opkeek en zij de persoon diep in de ogen keek. Zodra zij haar ogen neersloeg, was de darshan voor die persoon afgelopen en was de volgende aan de beurt. Zo ging het een voor een, rij voor rij. Totale stilte. Moeder lachte niet, glimlachte niet, knipperde op een bepaalde manier met haar ogen tussen de darshangangers door en zat doodstil op die stoel. In de twee uur dat ik daar heb gezeten, is ze geen een keer gaan verzitten. Heeft niet gekucht, niets.
Afijn, op een gegeven moment, als je een tijdje hebt zitten kijken terwijl je op je beurt zit te wachten, dan kun je wel je ogen sluiten en gaan mediteren. Dus dat deed ik. Ik sloot mijn ogen en ervoer die volkomen stilte. Werkelijk een diepe stilte. We waren omgeven van mensen die al tig keer bij Mother Meera waren geweest en die dan ook een bepaalde manier van doen met elkaar hadden, en wij zaten daar nieuw tussen, maar die mensen gingen ook in diepe stilte tussendoor mediteren en dus was dat een natuurlijke zaak. Op een gegeven moment, had ik dan die bijzondere ervaring. Nog voor dat ik die hele darshan had gehad hoor. Het ging als volgt. Ik zat in de stilte en ik had maar een vraag aan Moeder: schakel svp die stoorzender in mijn gedachtenwereld uit. Dus ik zit daar en ineens heb ik de ervaring dat mijn gedachten als het ware naar achter werden gezogen, alsof je de stofzuiger mond onder aan je achterhoofd hangt en ineens – slurrrrrrrp – die gedachten
werden opgezogen en naar achter getrokken.
En wat toen over bleef was immens grote stilte, een ongelofelijk groot iets, wat ik nog nooit eerder had gevoeld of gezien en wat heerlijk was. Jammer genoeg van zeer korte duur. Ik neem aan dat dit kwam omdat mijn gedachtewereld zich niet zo maar op liet zuigen en zo snel mogelijk terugvocht om mijn aandacht.
Later gingen we voor darshan, waarbij ik niet iets heel speciaals ervoer. En toen ik thuis was realiseerde ik mij ineens dat ik die ervaring van uitschakelen van gedachten had gehad. Hoera! en hmpff tegelijk, want het is alsof je ontzettende trek hebt in een koekje en als je dat krijgt, er iemand tegen je begint te praten waardoor je niet let op je koekje en als het op is ineens denkt: krijg nou wat: ik heb dat hele koekje niet geproefd!
Dus sindsdien wil ik weer naar Mother Meera. Die op dit moment in Amerika toert dus helaas, maar ze komt weer terug dus zodra mogelijk ga ik nog eens heen. Intussen bereiden we ons voor op Amma’s komst 23, 24 en 25 oktober. Ik heb me voorgenomen om Amma ook te vragen om mijn gedachten op te zuigen. Maar bij Amma is nooit stilte vanwege de enorme toevloed van mensen, de bhajans en het feit dat het daar gewoon anders toe gaat. Ook geweldig hoor.
Intussen lieve mensen, ga ik naar een lezing van Rupert Spira, een Engelsman die Gerealiseerd is en waar ik hopelijk een vraag kan stellen. Dus daarover zal ik jullie, indien noemenswaard, zeker de volgende keer inlichten. Als je zin hebt om nu eens naar een echte spirituele bijeenkomst te gaan die ook nog eens geen geld kost. Kom dan dit jaar eens naar Amma in Houten. Je kunt er met de auto of de trein naar toe en met een bus of shuttle busje verder. Het is een uurtje van ons vandaan.
Spiri-groeten van Martine
commentaar of op of aanmerkingen: martineclausen@gmail.com

Advaita

2014_osho-zen-8fire-travelingEen van de Tarot kaarten in de Osho Zen Tarot is ‘Travelling’ – reizen. Het plaatje op de kaart toont een bergachtig landschap met een meanderend pad waarop piepklein een figuurtje te zien is. Een zonnetje aan de horizon. De kaart duidt aan dat ieder mensenleven een persoonlijke reis is. Als je van boven zou kunnen kijken naar de route, dan zou je ook duidelijk een richting kunnen zien, een lijn, maar ook allerlei zijpaden en paadjes die de reiziger in kan slaan om uiteindelijk weer op de hoofdlijn, het levenspad dat onherroepelijk ergens toe leidt, terug te komen.
Zo kunnen we dus ons leven bezien. We kunnen pogen er boven te hangen en de route te bekijken. Dan kunnen we inzien dat we soms een beetje zijn afgeweken, en soms in een rechte lijn zijn gelopen. Waar naar toe? Tja, dat hangt er van af wat je doel is. Wat mij opvalt is dat er vaak op mijn lijntje dingen zijn aangereikt. Alsof er kleine richtingaanwijzers stonden. Van die mooie paaltjes met een bordje erop: Erik, Deepak Chopra, Amma, Meditatie, Wandelpad, Vereniging voor Parapsychologie, Frankrijk, Engeland, Wereldse genoegens, Onthechting. Zomaar een heel aantal bordjes die ik op mijn pad ben tegengekomen en waarvan sommige steeds terugkomen. Soms met de twee richtingen: links af wereldse verlangens en rechtsaf spirituele ontwikkeling.
Wanneer ben je een spiritueel zoeker? Als je je bezig houdt met de diepere betekenis van het leven? Als je ergens een knagend gevoel hebt dat zegt dat er daar buiten dat ego iets groters is, iets mooiers dan wat je tot nog toe ooit ervaren hebt? Als je ongedurig bent en in je gedachtestroom verdwaalt? Misschien heeft ieder mens zo zijn eigen reden om zich spiritueel zoeker te noemen. Dat doet er minder toe. De vraag: wat hoopt die zoeker dan te vinden is relevanter. Volgens Ramesh Balsekar is dat voor alle spiritueel zoekenden gelijk: totale innerlijke rust. Peace of Mind. De vredige staat van puur zijn, onverstoord door de uitputtende eisen en kletspraat van het ego.
Een aantal jaren geleden kwam ik via via in aanraking met Advaita Vedanta. Een boodschapper van het universum bracht het onder mijn aandacht. Dus ik ging mij daar in verdiepen, want de boodschapper was een goede vriend die ook zeer noest bezig was zich op het spirituele pad in van alles onder te dompelen. Er was een lezing van Andrew Cohen in de Beurs van Berlage, dus ik heen. Ik kan mij nu alleen nog herinneren dat ik verbaasd was over hoe die Cohen er uit zag als een moderne snelle zakenman. En dat hij een snelle geest had en intellectueel vertelde over Advaita. Aangezien ik ook nogal goed in mijn intellect kan toeven, sprak het mij wel aan, maar ergens had ik ook een innerlijk stemmetje dat zei: er ontbreekt hier iets. Indertijd kon ik daar de vinger niet op leggen. (achteraf denk ik: het voelde niet warm, groot verschil met Amma)
Later had ik een keer op een opleiding die ik toen volgde een seminar van een gastspreker. Die man heette van zijn voornaam Advaita! Hij gaf les in het samenstellen van creatieve workshops voor het bedrijfsleven of zo. Ik weet zijn achternaam niet meer maar het was iets van Advaita de Wit of zo. Dat stond wel komisch. Toen dacht ik weer, o ja, die Advaita, daar ben ik een beetje van afgedwaald. Dat kwam ook omdat ik naar
een lezing van Tony Buzan was geweest. Ook een westers Advaita leraar. Van zijn
lezing kwam ik ronduit gefrustreerd, om niet te zeggen verontwaardigd vandaan. Iedere keer als iemand een vraag stelde zoals bijvoorbeeld : ‘Ik begrijp dat u zegt…” Dan viel
hij de vraagsteller in de reden en zei iets als: ‘ Welke Ik? Er bestaat geen ik. En ook
geen U.” En een lol dat hij had. Ik ergerde me groen, want niemand kon een vraag stellen. Maar Tony leek zich kostelijk te vermaken.
Ik geloof dat ik toen een beetje terug begon te komen van die stroming.
Achteraf bedenk ik mij: ik was zeker op mijn levenspad een zijweg in geslagen waar ik eigenlijk nog niet aan toe was. Of misschien was mijn ego nog 100% te groot, in vergelijking met vandaag 99% te groot.
In elk geval ben ik nu in een fase dat het fenomeen Verlichting mij uitermate intrigeert. En grappig genoeg zijn er dan ook weer boodschappers die van alles aanreiken.
Het begon met het boek ‘Ik Ben’ van Sri Nissargadatta Maharaj. Een enorme dikke pil. Dat kwam ik op een marktje in Zuid Frankrijk tegen. Ik had het al jaren willen hebben maar was te knierterig. Nu sprong het eruit op de marktstal met tweedehands boeken. Het was dan ook knal oranje. Ik pakte het en stond te glunderen. De man van de stal zei: ken je het? Ik zei ik heb er over gehoord en ik wil het. Hij zei je mag het hebben voor 20 euro. Geweldig. Hij verkocht verder van alles hoor, dit was het enige spirituele boek. Ik was dolblij. Het lezen van dit boek maakte dat Verlichting mij nog veel meer ging intrigeren. Er komen dan ook allerlei vragen op en die zou ik dan dolgraag willen stellen, maar ja, telkens als ik zo’n verlichte geest ontdek, zijn ze al overgegaan voordat ik me naar hen toe kan spoeden. Gelukkig is er het internet en youtube. Ramesh Balsekar, ik had natuurlijk eerst ook nog nooit van hem gehoord, maar dat is het nu juist, boodschappers dragen richtingaanwijzers aan. De naam Balsekar las ik in een boek van Joe Vitale (over Ho’oponopono) en ik dacht: effe opzoeken. Nou, op youtube staat een interview met Balsekar. Interessant hoor, maar ook soms lastig. Zo zegt hij dat er geen personen bestaan, we zijn namelijk bewustzijn die een vorm hebben aangenomen (een lichaam). Die vorm is niets anders dan een object, net als onze mind een object is. Maar om die vorm te ervaren is daar bewustzijn dat in die vorm aanwezig is en als wij ons daar op gaan richten dan gaan we inzien dat de wereld zoals wij die met onze zintuigen ervaren, niet de realiteit is maar een projectie. Dat is intellectueel goed te begrijpen, maar vervolgens zei hij dat er dus ook niemand is om te reïncarneren. Reïncarnatie is daarom niets anders dan bewustzijn dat weer een nieuwe levensvorm aanneemt. Maar tevens zegt hij dat het vele levens kan vergen om verlichting te bereiken. Dat snap ik dan niet omdat dat wijst op een continuïteit in de vorm van een deel individuele ziel die zich ontwikkelt door vele levens heen. Dus lieve Pariodiek lezer, ingewikkeld!
Maar, goed, ik ben er druk op aan het kauwen. Volgende keer kom ik er op terug. Met Jean Klein en Tolle. Maar mochten er onder de lezers dezes zielen zijn die mij met betrekking tot bovenstaande kunnen verlichten, dan houd ik mij ten zeerste aanbevolen! Ten slotte lopen jullie ook allemaal op je prachtige levenspad en wie weet zijn jullie allang de afslag Verlichting ingeslagen….
Martine Clausen, wandelend, peinzend en puzzelend.

Standpunt

Stel je voor: een gezellige plattelandskeuken met veel licht, planken aan de muur met een verzameling theepotjes, een tafel overdwars vanwege de vreemdsoortige scheef uitgerekte ruit-achtige vorm van de keuken, met 4 mensen aan tafel aan het ontbijt.

Twee heren: een vader en een zoon. Vader 60, zoon 30, een vriendinnetje van de zoon uit Nieuw-Zeeland van rond de 32 en ik. Het tafereel spelt zich af in een klein dorpje in Devon, Engeland alwaar ik aan de wandel ben en nu even bij deze vrienden langs op visite. De zoon heeft een druk leven in Londen en zijn vriendinnetje heeft een goede baan als consultant in Singapore en is een paar weken in Engeland.

`Op de terugweg naar Londen gaan we naar Stonehenge.’ deelt zoon Steve mee. `Ken je dat?’ vraagt hij mij ogenschijnlijk belangstellend. Ik bevestig dat ik Stonehenge ken en ook bezocht heb, een aantal keren.
`Ik hoor dat het niet meer zo is dat je tussen de stenen door kunt lopen, maar Jane wil het graag zien, dus gaan we heen.’ Ik vraag of ze belangstelling heeft voor de ervaring van tussen de stenen doorlopen.’
`Yis, zegt Jane met haar Nieuw-Zeelands accent, dat lijkt me neat.’ Ik leg uit dat ze dan misschien op weg naar Stonehenge eerst nog even langs Avebury kunnen gaan. Daar heb je stenencirkels waar je gewoon nog door kunt lopen.

`En wie weet zijn er inmiddels al wel graancirkels gesignaleerd, kunnen jullie daar ook heen.’
‘Graancirkels?’
‘Ja, graancirkels.’

Jane vraagt wat dat zijn en Steve legt lacherig uit dat graancirkels midden in de nacht door een stel boeren heel stiekempjes worden aangelegd en dat er allerlei mafketels zijn die geloven dat het buitenaardse wezens zijn die met hun ufo’s hierheen komen met een boodschap. Ik houd me op de vlakte maar vraag aan hem hoe hij zo zeker weet dat deze cirkels door boeren worden aangelegd.

`Nou, dat is heel eenvoudig. Als er buitenaardse wezens bestaan die ons een boodschap willen sturen, dan kunnen ze toch gewoon e-mailen? Waarom moet het via ingewikkelde codes die niemand snapt en dat al jaren lang?’
Ik leg uit dat er wetenschappers zijn die al jaren het fenomeen graancirkels bestuderen en dat allerlei onderzoek uitwijst dat het voor mensenhanden onmogelijk is om midden in de nacht, in het donker, ongemerkt een volledig symmetrische tekening in graan te maken, zonder enig spoor door het graan naar de cirkel achter te laten, zonder het graan te knakken. Vooral omdat de cirkels zulke grote oppervlakken beslaan. Ondertussen zoek ik op een ipad even graancirkels op en laat de plaatjes ervan aan Jane zien.
Bewonderend gaat ze door de foto’s, de ene cirkel is nog mooier dan de andere. Steve legt uit dat ze ‘dat natuurlijk met een soort touw doen en inmiddels al jaren ervaring hebben.’

Het is duidelijk dat Steve alles van graancirkels weet en ik een ongelofelijke zwever ben die lichtgelovig is en dus doe ik er verder het zwijgen toe.
Steve’s vader doet een duit in het zakje en vertelt dat hij zelf ooit een keertje door zo een cirkel heeft gelopen en dat je van het ene eind niet eens het andere eind kunt zien dus dat het nogal lastig hard te maken is dat mensenhanden een cirkel kunnen maken zonder het graan te kneuzen en geen spoor achter laten.

Ik ga afwassen. Ondertussen bedenk ik mij dat er van alles bestaat op onze planeet. Mensen die geloven in graancirkels door aliens, mensen die geloven in graancirkels door boeren. Mensen die geïnteresseerd zijn in de gedachten van anderen en mensen die een vastgestelde mening hebben en die voor waarheid aannemen waardoor ze niet naar andere mensen hun standpunten kunnen luisteren.

Ik realiseer mij dat ik ook in heel veel dingen geloof. Dat ik de dingen die ik geloof voor waar houd. Dat het vanuit het standpunt van iemand anders wel eens heel onwaar kan lijken die dingen waar ik in geloof.
Ik besluit om voortaan te geloven in de vrijheid om te geloven waarin men maar wil geloven. Ik besluit om niet meer te proberen anderen over te halen tot dat wat ik geloof.
Als men aan mij vraagt wat ik ergens van denk, dan zal ik dat gematigd ventileren, afhankelijk van de kwaliteit van luisteren van mijn toehoorder.
Ik geloof niet meer in de waarheid. Ik geloof in ieders waarheid. Ieder zijn eigen waarheid vanuit het standpunt van waaruit ze kijken.

Een paar dagen later hoor ik dat Steve en Jane toch maar direct doorgereden waren naar Stonehenge. Avebury hadden ze overgeslagen. Mijn eerste reactie is “wat zonde van de gelegenheid, ze waren er zo dichtbij”, maar dan denk ik: “ik vind het zonde. Zij vinden het prima”. En dat is prima.

Martine Clausen, lerend het standpunt van de ander te eren.

Geheim

Onlangs was ik een paar dagen naar Brussel met mijn moeder. Ze is inmiddels 76 hetgeen toch al als een hele leeftijd klinkt. Vroeger werd je op die leeftijd bekeken als ‘bejaard’, maar het woord bejaarde is op haar toch echt niet van toepassing. Ze ziet er fitter uit dan menig 60 jarige en samen met mijn vader wandelt en fietst ze dagelijks, meestal ’s morgens en vaak ’s middags weer.
Het was heel fijn om een keer alleen op stap te gaan met Mama. We gingen met de trein en verbleven in het appartement van een goede vriend, kortom de omstandigheden waren perfect voor quality time. Gezamenlijk kozen we uit wat we gingen bezoeken. Musea, parken, bezienswaardigheden, zeer genoeglijk met benenwagen en tram bereikbaar. We aten in gezellige tentjes en een aantal keer waande Mama zich in Parijs waardoor de uitstap nog ‘vakantie-achtiger’ werd.
Op een avond, na weer een pittig dagje waardigheden bezien, waren we moe. We zaten gezellig bij elkaar in het luxe appartement dat vol stond met boeken en al dan niet geërfde snuisterijen van deftig allooi. Het gesprek meanderde van onderwerp naar onderwerp en ineens hadden we het over vroeger. Hoe we op een bepaald moment met de auto (rood Renaultje 4) naar Frankrijk op vakantie gingen. Mama liet zich ontvallen dat ze kamperen altijd vreselijk had gevonden en ik was verbaasd, aangezien we vanaf mijn tiende jaar elk jaar gingen kamperen. Het leek mij vreselijk om elk jaar iets te doen waar je zo tegen op zag en dat dan ook nog minstens drie weken vol moest houden voor je weer naar huis mocht. Afijn, ik vroeg natuurlijk waarom zij dan zo’n hekel aan kamperen had en ze zei dat ze het gewoon niet leuk vond met al die mensen om haar heen, gedeelde toiletten en soms nog hele vieze ook. Vooral vroeger was dat inderdaad nogal eens aan de orde in Frankrijk. Maar goed, Mama ging even een kopje thee inschenken, maar kwam ineens terug. Ze keek angstig.
‘Ik moet je iets vertellen. Ik ben niet eerlijk tegen je geweest.’ Ze keek zo bang dat ik opsprong. ‘Wat is er dan Mam, doe maar rustig aan hoor.’ Ze stond te trillen terwijl ze mij vertelde waarom ze zo een hekel had gehad aan kamperen. Ze vertelde mij een geheim dat zij haar hele leven al bij zich had gedragen en nog nooit aan iemand had kunnen vertellen. Uit angst, uit schaamte. Ik luisterde tot ze was uitgepraat. We stonden op een meter afstand van elkaar en keken elkaar aan. Toen ze klaar was met praten liep ik op haar toe en hield haar vast. Ze beefde en huilde een beetje. Ik aaide geruststellend over haar rug.
Het was een ongelofelijk intiem moment. Terwijl ik het met haar beleefde kon ik tegelijkertijd inzien hoe belangrijk dit voor haar was, en hoe belangrijk mijn reactie was. Ik maakte haar duidelijk dat schaamte niet gek was. Dat het trauma dat ze als meisje van 7 tijdens de oorlog had opgelopen, in haar was vastgeklonken en nog altijd in haar onderbewuste sterk aanwezig was. Ook al was zij zich tevens van het trauma bewust, anders kon ze het niet vertellen. Ze begreep ook de impact op haar leven. 69 jaar in je eentje bang zijn en je schamen. Ze liet mij beloven het tegen niemand te zeggen, ook niet tegen mijn vader. Natuurlijk beloofde ik dat. Ondanks de emotionele zwaarte van het moment, was ze zeer opgelucht dat ze het had verteld. ‘Ik voel me alsof er een gewicht van mijn schouders is,’ zei ze.
Dat kon ik maar al te goed begrijpen. Ik heb mijn beroep als counsellor altijd ervaren dat alleen al het feit dat mensen hun verhaal kunnen vertellen, louterend werkt. Ik zei wel tegen Mama dat het mogelijk was dat, nu ze het verteld had, er nog wel wat emotie vrij zou komen. Dat begreep ze. En toen zei ik tegen haar hoe vreselijk moedig ik haar vond. Dát ze het verteld had. Ze keek me verbaasd aan. Zo had zij het niet bekeken. Ze had zichzelf altijd veroordeeld omdat ze het niet kon vertellen. Ik overtuigde haar van het tegendeel. Maakte haar duidelijk dat ze noch maar een kind was geweest, zij had niets verkeerd gedaan, alleen iets meegemaakt waar ze getraumatiseerd door was geraakt.
Onverwerkte trauma’s blijven je hele leven in je systeem zitten. Vaak is het zo dat naar mate mensen ouder worden, ze meer last krijgen van die oude trauma’s. Het is nooit, maar dan ook nooit te laat om er met iemand over te praten. Al is het met de huisarts. Ik kwam gister even bij Mama. Ze fluisterde in mijn oor dat ze alles aan het opschrijven is. Ik vroeg of ik het mocht lezen als ze het af heeft. Ze glimlachte en knikte. Ik ben blij dat ze het mij verteld heeft. Zo kan ik recht doen aan haar verdriet door er voor haar te zijn. Zij kan het met mij delen.
We hoeven het allemaal niet alleen te doen, mensen. Dat is de bedoeling niet van het mens zijn. Ik voel me dankbaar, want als we die avond in Brussel niet moe waren geweest en thuis waren gebleven, dan waren we misschien naar de film gegaan. Dan had deze gelegenheid zich niet voor gedaan. Misschien was het er dan nooit van gekomen.

Martine Clausen, trots op haar moeder.

4 vragen

In therapieland heb je allerlei soorten methodes, hypes, technieken, uitbreidingen op technieken en afleidingen van technieken.

Als je als therapeut op de hoogte wilt blijven dan kun je je lol op met bijscholen. Naast alle reguliere methoden, zijn er tal van ‘complementaire’ technieken die vaak goede resultaten opleveren. Kortom: in therapieland, voor elk wat wils.
Bij de RET methode, leer je bewust kijken naar de bril die je gebruikt om naar situaties te kijken. Dit geeft inzicht en vandaar uit kun je gedrag veranderen.

Laten we deze methodiek nu eens vergelijken met het Werk van Byron Katie. Zij is een vrouw die al tientallen jaren de wereld rondtrekt met een door haar ontwikkelde manier om jezelf beter te voelen. Ze trekt volle zalen want haar methode werkt en je hoeft er niet voor in therapie. Je kunt het zelf doen.
Wat houdt the Work van Byron Katie dan in? De theorie is eenvoudig. Je leert kijken naar je gedachten die de oorzaak zijn van je lijden. Je stelt jezelf de volgende 4 vragen:

1) Is het waar?
2) Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
3) Hoe reageer je, wat gebeurt er, wanneer je die gedachte gelooft?
4) Wie zou je zijn zonder die gedachte?

Nadat je de uitspraak hebt onderzocht met de vier vragen is het tijd om de vraag die je onderzoekt om te keren. De omkering is belangrijk, want die zorgt ervoor dat je het tegenovergestelde van wat je aanvankelijk geloofde kan ervaren. Zo kun je een uitspraak omkeren naar jezelf, een ander en naar het tegenovergestelde.

Een voorbeeld:
Een cliënte komt bij mij en is zeer verdrietig omdat ze 59 jaar oud is en na jaren in onderwijs op een nare manier uit haar baan is gezet. Ze wil een nieuwe baan maar zegt: “Nu het crisis is vind ik nooit meer een baan. Ik ben veel te oud”.

Ik stel voor dat zij op deze opmerking de vier vragen loslaat.
1) Is dit waar? “Nou ja, het is waar, want iedereen zegt het, en het is crisis.”
2) Kun je absoluut zeker weten dat het waar is? “Tja, dat niet. Nee, absoluut zeker niet, dat niet.”
3) Hoe reageer je als je de gedachte gelooft? “Ja, dat zag je, dan word ik verdrietig en dan voel ik mij oud en overbodig. Ik raak er gedeprimeerd van”
4) Wie zou je zijn zonder die gedachte? “Tja, als ik dit niet zou denken, dan zou ik me niet zo belabberd voelen. Dan zou ik denk ik optimistischer zijn en gaan solliciteren.”

Dat is natuurlijk een heel mooi aanknopingspunt voor het vervolg: de omkering.
In dit geval zou dat kunnen zijn. ‘Zelfs nu het crisis is, vind ik nog een baan. Ik ben nog niet te oud’
De cliënte keek in eerste instantie een beetje sceptisch, aangezien dit wel een heel eenvoudige manier leek om haar gevoel te veranderen. Maar ik liet haar de omkering herhalen en legde uit dat wij heel erg overladen worden door overtuigingen en aannames van anderen die zij weer hebben overgenomen van anderen en helemaal niet hoeven te kloppen.

Afijn, ze kreeg weer moed en ging solliciteren. Na 2,5 maand had ze de keus uit drie banen. Nu drie jaar later, werkt zij nog steeds. Als je eenmaal hebt ervaren dat het stellen van deze 4 vragen aan jezelf, jouw gevoel doet veranderen, dan kun je ze steeds toepassen als je een naar gevoel hebt. Daar gaat namelijk altijd een gedachte aan vooraf. ‘Els vindt mij niet aardig’ draai om: ‘Ik vind Els niet aardig’ en draai nog eens om: ‘Els vind mij aardig’ naar ‘Ik vind Els aardig’.
De gevoelservaring na de veranderde gedachte maakt dat iemand zelf verder kan. Een fantastische methode.

Het uitproberen waard. Zie voor meer info www.thework.com

Martine Clausen, vragensteller