Terugblik op de lezing van maandag 13 oktober

Gerrit is een man uit de praktijk. Hij vertelt hoe de hobby uitgroeide tot wat het nu is: vraag hem wat je wilt en je krijgt altijd antwoord. Het viel me op dat hij de kruiden niet benadert als wetenschapper, meer als helderziende die overal een verklaring voor heeft omdat hij dingen aanvoelt en combineert. Hij had een cd mee, waarop de foto’s stonden van (on)kruiden, die je dagelijks kan tegenkomen in en om het huis. En dat is juist zo interessant, omdat je er niet per se op uit hoeft om de kruiden te vinden.
Hij begon met een foto van een doorgeschoten krop andijvie, waar een mooie bloem aan was gekomen. Andijvie smaakt bitter. Bitter in de mond maakt het hart gezond zeiden we vroeger al en veel van die oude gezegdes hebben toch waarheid in zich.
Een madeliefje heeft 16 bloemblaadjes en zegt hetzelfde als de 16de kaart van de Tarot. Als je het eerste madeliefje in het voorjaar opeet, krijg je het hele jaar geen koorts meer. De bladvormen maken uit en de stelen moet je voelen.
De Cichorei brengt een grote bloem voort, waaraan je kunt zien dat de plant staat voor vrijdenken.
De Teunisbloem heeft lichtgele bloemen; werkt in op de zonnevlecht en laat ons beter communiceren.
Smeerwortel (=heelkruid of wondenkruid) en kun je gebruiken voor problemen door de ziekte van Crohn. Als je op een kruid kauwt en dus vermengt met je speeksel helpt het beter, want je eigen DNA zit er dan in.
Brandnetel bevat veel ijzer en geeft daadkracht. Je moet hem aanpakken met de stengel mee dan prikt hij niet.
Duizendblad is heel sprieterig en helpt tegen gasvorming.
Japanse kers bevat zwavel in het blad. Je moet het licht blancheren en dan in de sla. Het helpt om je mening te durven geven.
Zuring reinigt het lichaam.
Appelschillen in de thee geeft je wijsheid.
De aardpeer is een vergeten groente, zet alvleesklier aan het werk.
Het viooltje is voor verlegen mensen.
Aloevera in wijn of brandewijn is tegen hersentumor.
De Gulden roede (=solidago) is goed voor nieren en blaas.
Zonnehoed (=Echinacea) heeft veel vitamine C en geeft weerstand.
Op breed weegbree moet je zelf kauwen en helpt dan om je wonden te helen.
Als je op smal weegbree kauwt helpt dat tegen wondjes in de mond.
Hamamilla (=toverhazelaar). Doe het groeigedeelte van de stam (dus zonder de bast en zonder het hout) in brandewijn tegen aambeien en tegen nog veel meer kwalen.
Druivenpitten bevatten veel blauwzuur en daar moet je dus mee oppassen. Maar er zit pit in en geeft jou ook pit. Even koken, met wat kruiden er door en dan in de koelkast. Het is heel prikkelend.
Van longkruid kun je thee zetten. Dat is goed voor je longen.
Kauw op hondsdraf. Dat is pijnstillend. Je kunt er ook thee van zetten.
Prei, knoflook, uien en look: durf te stinken. Je krijgt rugklachten door te weinig zelfvertrouwen. De knoflook en de andere lookachtigen geven je zelfvertrouwen. Drink van het aardbeienblad thee tegen huidziekte.
De bladeren en takken van de braam geven lekkere thee en bevatten veel ijzer. Als je de kruiden beziet hoe ze zijn, welke kleur de bloemen hebben, kun je afleiden waarvoor je ze kunt gebruiken!  Gerrit had nog een week kunnen door praten over de kruiden. De manier waarop hij de kruiden uitlegde leek zo natuurlijk dat we het zelf ook zouden moeten kunnen, maar dat betwijfel ik een beetje.
Het was een geweldige avond.

Joop