Leven na de dood

Lezing met Marlies van der Horst
Terugblik: 13-jan-2014

Stervensbegeleiding en het vervolg met Marlies van der Horst
Marlies is regressietherapeut. Op 36 jarige leeftijd word een vriend van haar ernstig ziek. Ze begeleidt hem naar zijn overgang en wordt ook stervensbegeleider. Sindsdien heeft ze al veel mensen in hun laatste tijd op aarde begeleid.
Wat gebeurt er als je sterft? Je gaat uit je lichaam en het is dan mooi om te weten: je wordt door een of meer bekenden opgehaald. Je komt dan bij je zielsfamilie terug, waarvan je ook mensen bent tegengekomen in het aardse leven.
Als je niet bang bent voor de dood, is je laatste lijdensweg beter te dragen. Als iemand te horen krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is, valt er in veel gevallen iets van hem af. Er is geen druk meer, maar rust.
Geboorte en dood horen bij het leven.
Ze helpt bij het vormgeven van het einde, bij het op papier zetten van de nalatenschap en bij het regelen van de begrafenis of crematie.
De ene mens reageert laconiek op wat te gebeuren staat en voor een ander is het een bijzonder groot en moeilijk proces. Maar het is alvast goed te weten dat de problemen, die we hier hebben, daar een illusie zijn. Alles draait om hoe je hebt liefgehad!
Marlies begint het eerste gesprek altijd met te vragen wat de overtuiging is van de patiënt. Ze komt vaker bij mensen die niet angstig zijn voor de dood. Zij willen alles weten.
Na de tweede wereldoorlog was de dood haast een taboe, werd in ieder geval geweerd. Nu is weer veel meer bespreekbaar, mensen worden vaker thuis verpleegd en als ze gestorven zijn thuis opgebaard.
Mensen overlijden vaak pas als ze even alleen gelaten worden. Het is toch moeilijk mensen waar je van houdt los te laten.
Zorg altijd dat je weet wat hij (zij) wil, bespreek dat op tijd omdat als ze op het laatst in coma raken ze je vaak nog wel kunnen horen, maar geen instructies meer kunnen geven.
Als het hart gestopt is, is het moment zelf nog niet daar. Vaak duurt het nog uren, soms zelfs dagen voordat de ziel geheel uit het lichaam is gegaan. Ook Pim van Lommel is die mening toegedaan. Daarom is het goed de overledene niet te snel te cremeren.
Als je overleden bent kom je eerst in een omgeving waar je kunt helen: je voelt wat je voor anderen hebt gedaan, goed of fout. Je leven trekt aan je voorbij, maar je wordt niet beoordeeld. Je wordt daar ontvangen in onvoorwaardelijke liefde. Je had gekozen voor het leven op aarde als onderdeel van een cyclus en daar kun je alles uitwerken.
Na zelfdoding, wat altijd gebeurt in zware depressie, kan de depressiviteit nog “een tijd” doorgaan. De pijn zit in de ziel en gaat mee naar daar.
Na een hele snelle dood, door bijvoorbeeld een ongeluk, kan de overledene vaak niet inzien wat hem overkomen is. Er was eens iemand die gewoon langs de weg liep en zich verwonderde dat niemand hem zag. Omdat Marlies hem wel zag ging hij met haar mee en kon zij hem helpen naar het licht te gaan.
Als je over bent bezie je de dingen anders, meer in samenhang. Alles hoort bij het leerproces.
Er ontstaat een discussie over het doneren van organen. Voor de donor zou het niet goed zijn omdat die nog teveel aan de aarde blijf hangen en voor de ontvanger zou het niet goed zijn omdat karaktereigenschappen van de donor kunnen overgaan naar de ontvanger, hoewel het wel een mooi gebaar is naar degene die ontvangt en zo nog een betere voortzetting van zijn leven krijgt.
Als je bewust bent dat het gaat gebeuren, wordt de dood je vriend en als je weet dat je doorleeft is het makkelijker afscheid te nemen.
De dokter houdt mensen tegen te sterven door ze te beademen.
Als de gestorvene nog maar net is overleden, kan je nog wat zeggen zoals “Ik houd van je”. Daarna moeten we ze een tijdje rust gunnen om bij te komen in de heel-omgeving. Daarna, na 2 maanden tot een jaar, kun je in een droom of op een andere manier de boodschap krijgen dat de overledene contact wil. Marlies noemt dat “de ontmoeting in zomerland”. Daar bedoelt ze mee de ruimte tussen hemel en aarde.
Doden zoeken ook contact met ons dus waarom wij niet met hen? Zelfs 86% van de mensen voelt de aanwezigheid van de geliefde, eerst een lichte aanwezigheid zoals een windvlaag lang je gezicht en later wel zwaardere tot zelfs het verplaatsen van dingen.
Mensen die angstig zijn voor de dood gaan vaak niet naar het licht maar blijven in het donker vóór de tunnel. Ze heeft het een keer meegemaakt dat een kind van 6 jaar 55 jaar in het donker zat. Je kunt tegen ze praten en na herhaling komt vertrouwen . Dan kan hij gerust naar het licht gaan.
In het donker vóór de tunnel zit geen energie. Ze hebben wel energie nodig en proberen dat bij stervelingen te halen. Vertel ze dat het veilig is naar het licht te gaan.
Als we dingen willen leren over vorige levens moeten we naar jonge kinderen luisteren. Zij weten vaak nog dingen te herinneren uit hun vorige leven.
Uiteraard waren er dingen die Marlies vertelde die we al eerder gehoord hadden. Maar de hele lezing, gegeven door iemand die bijna dagelijks met stervenden omgaat en daardoor dingen rechtstreeks uit het leven kon vertellen was bijzonder boeiend.
Joop