Standpunt

Stel je voor: een gezellige plattelandskeuken met veel licht, planken aan de muur met een verzameling theepotjes, een tafel overdwars vanwege de vreemdsoortige scheef uitgerekte ruit-achtige vorm van de keuken, met 4 mensen aan tafel aan het ontbijt.

Twee heren: een vader en een zoon. Vader 60, zoon 30, een vriendinnetje van de zoon uit Nieuw-Zeeland van rond de 32 en ik. Het tafereel spelt zich af in een klein dorpje in Devon, Engeland alwaar ik aan de wandel ben en nu even bij deze vrienden langs op visite. De zoon heeft een druk leven in Londen en zijn vriendinnetje heeft een goede baan als consultant in Singapore en is een paar weken in Engeland.

`Op de terugweg naar Londen gaan we naar Stonehenge.’ deelt zoon Steve mee. `Ken je dat?’ vraagt hij mij ogenschijnlijk belangstellend. Ik bevestig dat ik Stonehenge ken en ook bezocht heb, een aantal keren.
`Ik hoor dat het niet meer zo is dat je tussen de stenen door kunt lopen, maar Jane wil het graag zien, dus gaan we heen.’ Ik vraag of ze belangstelling heeft voor de ervaring van tussen de stenen doorlopen.’
`Yis, zegt Jane met haar Nieuw-Zeelands accent, dat lijkt me neat.’ Ik leg uit dat ze dan misschien op weg naar Stonehenge eerst nog even langs Avebury kunnen gaan. Daar heb je stenencirkels waar je gewoon nog door kunt lopen.

`En wie weet zijn er inmiddels al wel graancirkels gesignaleerd, kunnen jullie daar ook heen.’
‘Graancirkels?’
‘Ja, graancirkels.’

Jane vraagt wat dat zijn en Steve legt lacherig uit dat graancirkels midden in de nacht door een stel boeren heel stiekempjes worden aangelegd en dat er allerlei mafketels zijn die geloven dat het buitenaardse wezens zijn die met hun ufo’s hierheen komen met een boodschap. Ik houd me op de vlakte maar vraag aan hem hoe hij zo zeker weet dat deze cirkels door boeren worden aangelegd.

`Nou, dat is heel eenvoudig. Als er buitenaardse wezens bestaan die ons een boodschap willen sturen, dan kunnen ze toch gewoon e-mailen? Waarom moet het via ingewikkelde codes die niemand snapt en dat al jaren lang?’
Ik leg uit dat er wetenschappers zijn die al jaren het fenomeen graancirkels bestuderen en dat allerlei onderzoek uitwijst dat het voor mensenhanden onmogelijk is om midden in de nacht, in het donker, ongemerkt een volledig symmetrische tekening in graan te maken, zonder enig spoor door het graan naar de cirkel achter te laten, zonder het graan te knakken. Vooral omdat de cirkels zulke grote oppervlakken beslaan. Ondertussen zoek ik op een ipad even graancirkels op en laat de plaatjes ervan aan Jane zien.
Bewonderend gaat ze door de foto’s, de ene cirkel is nog mooier dan de andere. Steve legt uit dat ze ‘dat natuurlijk met een soort touw doen en inmiddels al jaren ervaring hebben.’

Het is duidelijk dat Steve alles van graancirkels weet en ik een ongelofelijke zwever ben die lichtgelovig is en dus doe ik er verder het zwijgen toe.
Steve’s vader doet een duit in het zakje en vertelt dat hij zelf ooit een keertje door zo een cirkel heeft gelopen en dat je van het ene eind niet eens het andere eind kunt zien dus dat het nogal lastig hard te maken is dat mensenhanden een cirkel kunnen maken zonder het graan te kneuzen en geen spoor achter laten.

Ik ga afwassen. Ondertussen bedenk ik mij dat er van alles bestaat op onze planeet. Mensen die geloven in graancirkels door aliens, mensen die geloven in graancirkels door boeren. Mensen die geïnteresseerd zijn in de gedachten van anderen en mensen die een vastgestelde mening hebben en die voor waarheid aannemen waardoor ze niet naar andere mensen hun standpunten kunnen luisteren.

Ik realiseer mij dat ik ook in heel veel dingen geloof. Dat ik de dingen die ik geloof voor waar houd. Dat het vanuit het standpunt van iemand anders wel eens heel onwaar kan lijken die dingen waar ik in geloof.
Ik besluit om voortaan te geloven in de vrijheid om te geloven waarin men maar wil geloven. Ik besluit om niet meer te proberen anderen over te halen tot dat wat ik geloof.
Als men aan mij vraagt wat ik ergens van denk, dan zal ik dat gematigd ventileren, afhankelijk van de kwaliteit van luisteren van mijn toehoorder.
Ik geloof niet meer in de waarheid. Ik geloof in ieders waarheid. Ieder zijn eigen waarheid vanuit het standpunt van waaruit ze kijken.

Een paar dagen later hoor ik dat Steve en Jane toch maar direct doorgereden waren naar Stonehenge. Avebury hadden ze overgeslagen. Mijn eerste reactie is “wat zonde van de gelegenheid, ze waren er zo dichtbij”, maar dan denk ik: “ik vind het zonde. Zij vinden het prima”. En dat is prima.

Martine Clausen, lerend het standpunt van de ander te eren.