Ons dertigjarig bestaan

Heeft u het vorige stukje gelezen over ons 30 jarig bestaan? Deze keer een stukje over de geschiedenis van de Pariodiek, het blad dat al ruim 20 jaar door één man in elkaar wordt gezet. U kent hem. Dit stukje is een eerbetoon aan voorzitter… Joop.

1989
Eind 1989 is een belangrijke moment in onze geschiedenis. Op 22 november wordt Pim de Jong voorzitter en treedt Jan Zindel toe tot het bestuur. In de laatste vergadering wordt bovendien kenbaar gemaakt dat we in 1990 de lezingen gaan houden in de Bres. Ook krijgen de leden een ledenlijst met de oproep deze te gebruiken om contact met elkaar te zoeken zodat men met elkaar kan meerijden naar de lezingen.
Worden er ook lezingen genoemd? Jawel. De Heer Sap hield vorige maand een geslaagde lezing over dieetleer en de heer van de Kam spreekt in december over paranormale geneeswijzen. In januari komt Elsie Kloeg praten over hekserij. Dit alles wordt vermeld in de nieuwsbrief van één A4-tje en zwierig ondertekend door secretaris Majorie van der Grijn.

1990
In januari 1990 is de nieuwsbrief een boekje geworden. Maar het heet nog geen pariodiek. Wel staat de verenigingsnaam in kleine letters op het voorblad samen met deze spreuk:

Het is moeilijk te zeggen of er werkelijk zoiets als hoop bestaat.
Het is met de hoop als met de wegen op het platteland.
Er was nooit een weg.
Maar als veel mensen dezelfde richting lopen, ontstaat de weg vanzelf.

 In deze nieuwsbrief, de aanzet tot een echt verenigingsblad, stelt de voorzitter zich voor, wordt het programma t/m mei 1990 gepresenteerd en zien we mooie mandalatekeningen met kleine verhalen. Ook wordt vermeld dat de Vereniging een bibliotheek gaat opzetten. De boeken worden te leen aangeboden voor de prijs van f 1,- per 4 weken!! De boete voor te laat terugbrengen is f 5,- per boek!! Ook wordt een ledenwerfactie opgezet. Wie een nieuw lid opgeeft krijgt per opgegeven lid een tegoedbon van 5,- (kon je daarmee je boekenboete betalen).

Februari 1990
Het boekje dat de nieuwsbrief vervangt heet nog steeds geen pariodiek. Het is een dubbel gevouwen A4-tje maar wel voorzien van het ons bekende logo (in zwart-wit).

We lezen dat een huisavond f 3,50 kost, dat de eerste boeken zijn uitgeleend en dat het eerste lid is geworven. In de versie van maart 1990 is ook de achterkant van het boekje beschreven. Dan gaat het snel. In juni 1990 is het al 12 bladzijden groot en ziet er verzorgd en gezellig uit. In het boekje van maart wordt voorgesteld om twee- à driewekelijks huisavonden te organiseren om eens bij elkaar te komen om te praten over niet alledaagse zaken.
Kennelijk heeft dit voorstel het nooit gehaald. Het zou trouwens nog tot december1994 duren voor het boekje daadwerkelijk Pariodiek zou gaan heten, de naam die Dolf Eijgenstein heeft voorgesteld. Dat was ook de tijd dat Joop met de redactie begon.

Tenslotte uit de het boekje van januari 1990 nog een verhaaltje. Het is te mooi om te laten liggen.
‘Ik ben een ellendige kerel,’ zei Hamun op een dag tot Giben. ‘De laatste tijd werd ik hevig geïrriteerd door de fouten van mijn vrienden en ik kwam tot de ontdekking dat ik hen bekritiseerde. Zelfs op jou, Giben, had ik kritiek.’
‘Ik vergeef je,’ zei Giben.
‘Ja, maar ik kan het mezelf niet vergeven,’ ging Hamun door. ‘Ik heb besloten deze fouten te overwinnen en mezelf te verbeteren.’
‘Ah, juist,’merkte Giben op. ‘Je wil beter zijn dan wij.’ 

Vergeeft u mij dat ik zo lang van stof was.
Willem

De vereniging voor Parapsychologie bestaat 30 jaar.

Wij zijn voor u de archieven ingedoken om eens wat te kunnen vertellen over de historie van onze vereniging. Hoe reilde en zeilde dat nu, daar in de jaren ’80?
Bent u van het eerste uur, dan zult u zeggen: ‘was dat niet 1983?’ Dat klopt want in 1983 werd , op initiatief van Jan Kleyn, de Werkgroep Parapsychologie Zaanstreek opgericht. Deze had ten doel: het bestuderen van paranormale evenementen door het organiseren van lezingen en het instellen van subwerkgroepen. De bereikte resultaten zouden worden gepubliceerd.
Een werkgroep dus met wetenschappelijke ambities.

Precies een jaar later (in 1984) werd de werkgroep vervangen door de vereniging zoals wij die nu nog kennen. De doelstellingen werden iets anders geformuleerd maar getuigden nog steeds van dezelfde ambities: de Vereniging liet lezingen houden waarbij het wetenschappelijke element geregelmatig werd onderstreept. Zo is er een brief van Jan Kleyn waarin staat dat de vereniging binnenkort een lezing astrologie zou houden. Dat was weliswaar een randverschijnsel binnen de parapsychologie maar toch wel interessant genoeg om eens van te horen.
Werd er ook onderzoek gedaan? Nou, dat schijnt een keer gebeurd te zijn maar de resultaten waren niet wereldschokkend. Wel ligt er in de archieven een brief van een dankbare mevrouw die het onderwerp als zeer inspirerend had ervaren.
Over dat eerste verenigingsjaar is weinig meer overgeleverd dan het jaarverslag en een handgemaakte, financiële verantwoording. Het verslag getuigt van enig ongenoegen bij de leden. Een beginnende vereniging heeft het vaak moeilijk en daarop was onze vereniging geen uitzondering. Dat jaar liep het aantal leden schrikbarend terug (van 80 naar 30). Toch ging de contributie zonder morren van f 25 naar f 30 per jaar.
Na de pauze besteedde men aandacht aan I-Tjing.
Na de eerste jaren verdween het wetenschappelijke element langzamerhand naar de achtergrond. Een aantal bestuursleden haakte enigszins teleurgesteld af. Maar de vereniging ging door, met name met het houden van lezingen en het onderhouden van contacten met andere spirituele organisaties. In 1987 werden er voor het eerst huisavonden georganiseerd en dat waren er meteen ook maar negen. Op deze avonden werden ook ontwikkelingsspelletjes gedaan. Een beetje verbaasd werd er geconstateerd dat de huisavonden zelfs relatief beter werden bezocht dan de lezingenavonden. Daardoor moest het bestuur op zoek naar een andere, kleinere locatie, de Vertoeving. Twee jaar later moest men daar weer weg. Kunt u raden waarom dat was? De oplossing komt in hoofdstuk 2. Het alternatief was: de Bres en dat zou het jarenlang blijven.
Zo ongeveer ging het in die eerste jaren. De notulen werden weliswaar nog met de hand geschreven, de Pariodiek was nog in de verste verte niet te bekennen maar… het begon toch al aardig te lijken op de Vereniging die we nu kennen.

Volgende maand deel 2 met o.a.: hoe zag de eerste Pariodiek eruit? Welke lezingen waren toen interessant? Hoe zat dat nou met die ontwikkelingsavonden en meer…. leest u dan weer mee?

Reacties op dit stuk worden zeer op prijs gesteld: willemrol48@gmail.com of gebruik het formulier
Willem