Half full of half empty?

Toen ik hier pas was wandelde ik een keertje door een veld en een bos via een weggetje naar beneden. Ik kwam bij een kruising waar twee mensen stonden. Een man en een vrouw. De vrouw glimlachte breed en kwam met uitgestoken hand en een langgerekt ‘Helllooo’ op me af. Nu wist ik dat de mensen in Wales best aardig zijn, maar dit was uitzonderlijk. Normaliter gaan ze niet iedereen die ze tegenkomen een hand geven, hoe afgelegen ze ook wonen. Ze stelden zich voor als Margaret en Mark, en vertelden dat ze net 3 dagen geleden daar waren komen wonen. Ze stonden voor hun huis genaamd the Valleys.
Ben, de hond, heeft een zielige jeugd gehad en is angstig voor bepaalde mannen, blijkbaar was Mark er eentje van want Ben begon te blaffen en hield niet op, wat ik ook zei. Mark, bijna twee meter, was een vriendelijke lange dunne man met een bril met jampot glazen. Hij ging naar binnen en Ben stopte het geblaf. Margaret vertelde dat ze uit de Cotswolds hiernaar toe waren verhuisd en dat ze nog wat keren heen en weer moesten voor de laatste spullen.
Ik zei dat ik de Cotswolds ook aardig goed kende. Het stel bleek jarenlang in Cirencester te hebben gewoond, een gezellig plaatsje waar de welgestelde tak van het Engels landleven zich graag ophoudt. Daarna zei ik dat ik hen veel geluk wenste in hun fantastische nieuwe huis, want het was precies boven op een heuvel gebouwd en had een splendid uitzicht over geweldige heuvels waaronder the Black Mountains bovendien had het een lieflijke tuin. Het was gewoon een droomhuis in mijn ogen. Margaret vroeg of ik in het huis een paar honderd meter verderop woonde. Al dra besefte ze dat ze zomaar een wildvreemde een hand had gegeven in plaats van haar ‘naaste’ buurvrouw, want ik vertelde dat ik huis en huisdieroppas was in Woodseaves een heel stuk verder lopen, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik vroeg de weg, zij legde uit, ik liep door en bemerkte na een half uur toen ik voor de auto van de postbode was gesprongen om de weg te vragen, dat ze me precies de verkeerde kant op had gestuurd. Hetgeen ik haar vervolgens niet kwalijk nam aangezien ze hier zoals gezegd net drie dagen woonde.
Ach ja mensen, het platteland van Wales. In het begin liep ik op goed geluk en nu, na 6 weken ken ik heg en steg.
Ik was sindsdien al heel wat keertjes langs the Valleys gekomen, maar nooit meer Mark en Margaret tegengekomen. Tot eergister. Ik kwam op mijn akkertje uit het bos naar benee. Ben keutelde gezellig voor me uit en ik zag een hark, een kruiwagen en een vrouw van rond de 55 met halflang grijs haar met paarse (!) handschoentjes aan. Margaret uitte het welbekende langgerekte ‘Hellloooo’. En voegde toe dat ze zo blij was me te zien omdat ze zich al een paar keer had afgevraagd hoe het met die huisoppas uit Nederland was die zo vriendelijk geweest was die ene keer dat we elkaar 10 minuten gesproken hadden.
Ik zei dat ik ook al vaak gedacht had aan het echtpaar. Ik zei: ‘Telkens als ik hier langs loop dan denk ik aan jullie en aan hoe blij ik ben voor jullie dat jullie op deze mooie plek mogen wonen in dit lovely house’. Margaret was een beetje confuus.
‘O zeg, ik schaam me gewoon een beetje.’
‘Hoezo dat?’ vroeg ik verbaasd.
‘Nou, eerlijk gezegd loop ik al een paar weken met een ontevreden gevoel omdat er geen schot zit in de voortgang met betrekking tot de werkzaamheden. Er moet namelijk een nieuwe riolering in en de aannemer komt maar steeds niet langs. Dus was ik eigenlijk een beetje negatief gestemd. En nu kom jij langs en zegt alleen maar mooie dingen..’
‘Tja, ik snap wel dat het vervelend is als je een nieuw huis hebt en je het wilt inrichten en dan moet wachten. Dat is ook niet leuk.’
‘Maar ik realiseer me nu, door jou, dat ik er eentje ben van het half lege glas in plaats van het halfvolle. Weet je, ik ben hier die berm aan het opruimen omdat ik zo gefrustreerd was. Ik ben zo blij dat jij langs loopt. Wil je soms een kopje thee?’
Ha! Wil een vis water? Wil een hond een bot? Wil een kind een snoepje? Natuurlijk wil een Martine thee! Margaret ging me voor naar het huis.
huisIk vond het een buitenkans om dit enige huis een keer van binnen te kunnen zien, dat was een van de andere redenen om ja te zeggen op haar tea aanbod. Aan de straatkant is een poort die uitkomt op een binnenplaats met kinderhoofdjes. Het huis heeft ramen met van die kleine ruitjes. Er zijn stallen aan de zijkant. De schutting is begroeid met klimop en clematis, er hangen vogelvoerbakjes in die druk bezocht worden door mezen en dergelijke. Het ziet er tijdloos en gezellig en geweldig uit.
Afijn, wij gingen eerst even de tuin bekijken. Margaret wist van een heel aantal planten en bomen de namen en liet me alles zien, ondertussen hield ze de hond in de gaten. Ik merkte op dat Margaret nogal van de ‘controle-niet-verliezerige’ was. Ik zei dat Ben als een schaduw achter me aan liep en ze geen zorgen hoefde te hebben (not to worry). Die opmerking had geen enkel effect op Margaret.
We gingen naar binnen, wandelschoenen uit, want die zaten onder de kluiten modder, ik kwam ten slotte net uit het bos. Margaret vond het niet erg als Ben mee naar binnen ging. Ik hield mijn poot stijf.
‘Nee’, zei ik, ‘hij moet in het voorpoortaaltje blijven want hij heeft prutpoten en jij hebt vloerbedekking.’
‘Maar dat is toch zielig en ik heb wel een handdoek.’ Het was overduidelijk dat Margaret niet aan huisdieren gewend was. Ik zei dat Ben geen stap over de drempel mocht van mij. Dus hij bleef op de mat liggen. Zielig kijken uiteraard, daar is hij goed in. Hij wil gewoon het liefst bij je. Ik gaf hem een koekje wat hij keurig liet liggen. Hij eet niet als hij zielig is.
Margaret gaf me een rondleiding door het huis. De steil is Edwardian. Het is echt een enig huis. Met luiken aan de binnenzijde van de ramen en open haarden. Er had een concertpianiste in gewoond die dol was op bloemen en overal was bloemenbehang maar het misstond niet. Margaret zei dat na de verbouwing het behang zou worden vervangen. Zo gingen we het hele huis door. Mark was ook thuis maar die zat in een aangebouwde annex voor een caravan die zij nu in gebruik hadden als kantoor. Hij zou daar blijven om de hond niet te storen (!). Had ik niet gevraagd, maar leek haar beter. In de slaapkamer stond het enige meubelstuk. Hun bed. Margaret trok snel het dekbed recht en verontschuldigde zich dat het niet was opgemaakt. Ik ging er niet op in. De Engelsen zijn vaak verontschuldigend en stijf. Het bed was in het midden opgehoogd met boeken. Dat maakte dat het schuin naar beneden afliep. Dit om het hoofdeinde hoger dan de voeten te maken. Ik zei niets maar Margaret legde ongevraagd uit.
‘Ja wel vreemd, maar Mark heeft last van het zure oprispingen als hij plat ligt, dus wij liggen al jaren schuin.’
‘Slaapt dat wel lekker voor jou dan?’
‘Tja ik ben er aan gewend.’
Ik had allang gezien dat Mark een pitta type was en het zuur is een van de symptomen van verhoogd pitta en kan best verholpen worden met onder andere het juiste voedsel.
Ik vond het echter beter om niet over Ayurveda te beginnen. Wel gaf ik even aan dat het zuur een verhoogde zuurgraad is die geneutraliseerd kan worden door het drinken van een glas water met een theelepel sodium bicarbonaat voor het naar bed gaan en bij het opstaan. Margaret keek beleefd en zette een kopje thee. Ze had geen koekjes anders at ze die allemaal op. Ze schonk de melk in de thee en we gingen naar hun kampement. Twee tuinstoelen met kampeertafeltje in de serre. ‘Tja, al onze meubels staan in de garage. We hebben ze opgeslagen tijdelijk.’
‘Ik vind dat een lege kamer wel iets heeft. Geen spullen, alleen ruimte. Ik houd wel van een Zen huis.’
Bij elke opmerking die ik maakte keek Margaret alsof ik het orakel van Delphi was. Het is best grappig om te zien dat wanneer twee totaal verschillende werelden elkaar raken, er dingen gebeuren. Margaret had zich gerealiseerd dat ze van het halflege glas was en dat ging ze onmiddellijk verdedigen. Ze vertelde dat toen zij 5 was en haar zusje 3, haar zusje eens gewond was geraakt doordat ze iets wat Margaret had gezegd te letterlijk nam. Ik realiseerde mij dat heel veel mensen zich continu verontschuldigen voor wie ze zijn en hoe ze zijn en uitleggen waardoor ze zo geworden zijn gevolgd door dat ze er niets aan kunnen doen. Wat niet waar is.
Margaret heeft geen kinderen, geen huisdieren. Alleen Mark. Mark kwam tevoorschijn. Twee meter lang met jampot glazen en een glimlach en het zuur. Ik gaf hem een hand. Hij stond buiten en kon er niet in. Want Ben lag in het halletje. Dus moest Mark door de keuken. Maar de sleutel was kwijt. Ik zei: kom gewoon door de serre naar binnen. Maar die deur zat ook op slot, ze waren er nog nooit door naar buiten geweest. Margaret vond de sleutel en Mark kon er in. Hij liet zijn schoenen buiten staan. Hij kwam omdat het tijd was voor de lunch, maar dat zei hij niet. Ik nam afscheid en bedankte Margaret hartelijk voor de thee. Ze had me haar hele leven in een notendop verteld, daar is hier geen ruimte voor. Ik ging naar Ben die met zijn neus tegen de kier van de deur aan lag. Koekje naast hem. Schoenen weer aan, Margaret een hand en tabee.
Terwijl ik terug liep realiseerde ik mij dat Margaret en Mark niet alleen wat van mij leren. Ik leer ook wat van hun. Over mezelf. Door de ontmoeting met hen leerde ik namelijk dat ik nog altijd vol zit met vooroordelen. Ik had bedacht dat ze barsten van het geld omdat ze jarenlang in de Cotswolds hadden gewoond. Maar Margaret zei dat ze jaren in een huurhuis hadden gewoond en nu toch graag een eigen huis wilden wat ze daar niet konden kopen. Ik had bedacht dat ze nu heerlijk in hun fantastische huis op de heuvel zaten. Ik had al voor me gezien hoe ze heerlijk een haardvuur aan hadden. Maar ze zaten op tuinstoelen en sliepen in een schuin bed en waren bezorgd om al het werk wat er nog aan het huis gedaan moest worden. Ze wilden namelijk iefie en aafie veranderen en laten verbouwen. Ik realiseerde mij dat het een heel goed plan is om erg blij te zijn voor andere mensen dat ze dingen kunnen hebben en ervan kunnen genieten. Dat wij ook heel erg kunnen genieten van hun geluk en dat we iets niet hoeven te bezitten om ervan te genieten. Ik realiseerde mij dat ik steeds vaker ben van het halfvolle glas.
Zorgeloos liep ik verder. Geen mot met de vorige eigenaar, geen last van gepieker over de verbouwing, geen zorgen over hoe nu verder als de riolering er straks uit ligt. Ik woon nu in een prachtige cottage. Het heeft alles er op en eraan. Zelfs een hond en een kat en vogeltjes in de tuin. En straks komen de eigenaren terug en dan is alles weer van hen. Geen zorgen, geen verplichtingen. De lente in de lucht en ik weer verder in vogelvlucht. Mensen het leven is mooi.
Martine, tweede naam: Swiebertje.